„BEiTI"
r
DE TENTOONSTELLING VAN
75
baggermolen, 2 hoppers en 1 hopperzuiger mocht ont
vangen, in heftige concurrentie tegen de Engelsen.
Maar we zijn er nog lang niet. Goede reclame en vele
bezoeken door de vertegenwoordiger moeten steeds weer
de naam van de I.H.C. in alle havens bekend doen wor
den. Dit gaat langzaam, kost bovendien zeer veel geld,
want India is duur en de afstanden zijn zeer groot.
Bovendien heeft men er weinig haast, de bezoeken aan
de Indiërs moeten goed voorbereid zijn en men moet
eerst het vertrouwen zien te winnen, alvorens kans te
verkrijgen op een opdracht.
In Siam heeft de I.H.C. een vertegenwoordiger in de
hoofdstad Bangkok. Bangkok heeft een bevolking van
ongeveer de helft Siamezen en de helft Chinezen. Onze
vertegenwoordiger is een Chinees, die een grote techni
sche handelszaak heeft waar alle mogelijke technische
artikelen worden verkocht, o.a. naaimachines, petro
leumlampen, electroden, Dieselmotoren, enz., enz.
Bovendien is hij eigenaar van tinontginningen in Siam
en werkt samen met de Billiton Maatschappij. In dit
land hangt wel veel af van de relaties die de vertegen
woordiger onder de verschillende autoriteiten heeft,
maar niet minder van het ontwerp dat men hun kan
voorleggen.
De Siamezen zijn er n.l. zeer tuk op het meest moderne
baggermateriaal te krijgen. Ook hier maakten de om
schrijvingen en foto's van de moderne sleepzuigers van
de I.H.C., zoals de M.O.P. 224-C (CO 32) en de
.Borneo" (CO 70) een goede indruk. Wij zullen allen
hopen, dat de inschrijving voor een sleepzuiger ten
dienste van het baggeren in de monding van de rivier
bij Bangkok, ook voor de I.H.C. succes zal hebben, niet
tegenstaande de zeer grote concurrentie van o.a. 14 Ja
panse werven.
Onze vertegenwoordigers moeten op de hoogte zijn van
de producten die de I.H.C. vervaardigt en reclame
materiaal bezitten om dit onder de eventuele bestellers
bij hun bezoeken uit te reiken. Zij moeten een goede
reputatie bezitten en bij voorkeur van zodanige „stan
ding", dat zij bij hun cliënten en de officiële autoritei
ten een goede ontvangst genieten.
Wanneer zij de banen geëffend hebben en de onder
handelingen rijp geworden zijn voor een gedetailleerde
bespreking, dan gaan de I.H.C.-directies en ingenieurs
er zelf naar toe om hun aanbiedingen te verdedigen. Dat
daarbij de ontwerpen in zijn geheel en de constructies
van de details een grote rol zullen spelen, spreekt wel
van zelf.
Zo werkt de I.H.C. in de verre Oosterse landen. Het
gaat niet altijd even gemakkelijk, maar interessant is
het Zeker' F. C. v. Rauwenhoff.
Op de Werf Gusto bestaat wel een zeer speciale afdeling
van de personeelsvereniging, n.l. de „Beati". Dit is een
groep amateur-kunstschilders, die ieder jaar op de werf
een tentoonstelling van hun producten organiseren. Dit
was hun lustrum-tentoonstelling en ter gelegenheid daar
van stelden zij hun collega's met andere hobbies ook in
staat iets te exposeren.
Deze tentoonstelling werd voor ons een openbaring, niet
zozeer vanwege de prachtige inrichting en zelfs niet
alleen om het tentoongestelde zelf. Hier werd in de
eerste plaats een wil tentoongesteld. De wil van vele
eenvoudige werkers om hun vrije tijd zin-vol te besteden.
Het geëxposeerde omvatte de meest uiteenlopende din
gen: scheepsmodellen, handgeknoopte tapijten, poppen,
munten postzegels, aquaria foto's, tekeningen en uit
eindelijk schilderijen.
Deze schilderijen waren vervaardigd door onze collega's
van de Gusto en ze hadden alle eer van hun werk. In
hun dagelijks leven mogen ze bankwerker zijn, lasser-
tekenaar of zelfs scheepsschilder, maar in hun vrije tijd
trachten zij beeldend kunstenaar te zijn.
De een slaagt hier beter in dan de ander; dat spreekt
vanzelf. Wat hier nog een aarzelend zoeken is, is bij de
ander reeds volgroeid tot een eigen stijl en een eigen
visie. Sommigen van deze schilders maken gebruik van
een goed afgestemd kleurengeheel en hun prestaties ge
tuigen van een behoorlijk technisch kunnen.
Ook de andere inzenders gaven vaak iets fraais te ge
nieten en „kladschilders" zagen wij er niet bij. Het
geheel getuigde van een ernstig streven. Opvallend was
wel dat alle exposanten zich beperkt hebben tot het
„naturalisme". Ze schilderen alles ongeveer - zoals
ze het zien. „Moderne" experimenten zagen wij er niet
bij, maar misschien komt dat nóg.
Al met al was de tentoonstelling zeer geslaagd en we
kunnen de „Beati"-leden slechts aanraden op deze weg
voort te gaan.
I N H O IJ I) V A N HET Z E S K A N T
OCTOBER 1950
Van de Redactie blz. 73
Zo gaat het in het Verre Oosten blz. 74
De tentoonstelling van „Beati" blz. 75
De ziel in de ban der techniek blz. 76
Drijvende kraan voor Santos (CO 117) blz. 76
Wat weet U van de I.H.C.? (V) blz. 77
Kroniek der bedrijven blz. 77