DE ZIEL DRIJVENDE KRAAN VOOR SANTOS (CO 117) in de ban der techniek Naar aanleiding van een boek met bovenstaande titel deed de Heer W. Belgrave van Verschure ons enige opmerkingen toekomen tvaarvoor wij gaarne een plaats je inruimen. Zelden, aldus de Heer Belgrave, ben ik meer geboeid geweest dan bij het lezen van dit werk. Hoewel geen zuiver „technisch" boek behoort dit boek gelezen te wor den door iedereen van hoog tot laag die in de techniek werkzaam is. In dit werk immers wordt een poging on dernomen om de technische wereld, die zeventig procent van de werkende mensheid omvat, de weg der bezieling te wijzen. De aanleiding tot het schrijven van dit boek was de gro te kloof welke bestaat tussen de gedachtenwereld van de theoloog, de filosoof en van allen die zich aan het geestes leven wijden.... en de wereld van de technicus. In dit boek leidt de schrijver ons binnen in de technische wereld en tracht ons te overtuigen van haar betekenis en schoonheid. Hij interesseert ons voor de aard van de technische scheppingsarbeid en de geestesgesteldheid van de tchnicus. Het boek bestaat uit vijf delen waarin de diepere zin en zending van de techniek en het feit dat deze techniek haar stempel öp de mensen drukt besproken worden. Ver der bespreekt de schrijver de geest van de man van de techniek, de toegang tot de techniek langs theologische en filosofische weg en tracht vorm te geven aan een nieuw ideaal voor onze tijd. Het werk is voorzien van een aantal voortreffelijke foto's die de stand der techniek van voorheen en thans voortref felijk weergeven. Uit deze foto's wordt het al duidelijk dat de techniek haar stempel op geest en lichaam drukt. Duidelijk komt uit het werk naar voren dat de vreugde na succesvol werken, de blijdschap waarmede „men" goedkeuring toont voor de resultaten, wel prikkels vor men tot voortzetting van het werk, maar geenszins op zichzelf het „einddoel" vormen. Immers, wie op deze wijze zichzelf zoekt, doet een greep in de lucht. Onver schillig in welke richting der techniek men werkzaam is, telkenmale zal men bij lezing en herlezing van dit boek geconfronteerd worden met onloochenbare feiten. Wij bevelen dit boek dan ook ter lezing aan ieder aan. Hetzij dat hij leeft in en uit een bepaalde overtuiging, .hetzij dat hij zoekende is, iedereen zal ook zonder de schrijver altijd op de vöet te volgen, zich door lezing van dit boek innerlijk kunnen verrijken. Deze kraan, die, zoals bekend, voor de haven van Santos werd gebouwd, is onlangs daar aangekomen. Hij zal daar worden gebruikt voor het behandelen van zware lasten, o.a. voor het verplaatsen van de in Santos aan wezige of nog te installeren walkranen. Zoals uit fig. 1 blijkt, is hij uitgevoerd als derrickkraan, d.w.z. dat de arm scharnierend op een geconstrueerde toren of klok is gemonteerd. Door middel van trekstan- gen is de arm verbonden aan een ballastkist, die be wogen kan worden met behulp van zich aan de achter zijde van de klok bevindende draadspindels. In de bal lastkist bevindt zich ca 30 ton zwaarspaat. Het gewicht van de kist met ballast is zodanig bepaald dat het eigen gewicht van de arm gebalanceerd is, wanneer deze in de middenstand staat. De spindels worden aangedreven door een stoommachine die in de ponton is opgesteld. Door deze constructie is het mogelijk de arm op ver schillende vluchten in te stellen. In de arm zijn drie takels opgehangen; twee hoofdtakels voor een hefvermogen van 75 ton elk en een hulptakel aan de. spits, voor een hefvermogen van 50 ton. Alle takels worden door afzonderlijke, in het ponton opgestelde, .pp:: 'V lieren aangedreven. Aan de hoofdblokken kan een balans opgehangen worden, terwijl het mogelijk is de twee 75 tons lieren te koppelen. Hierdoor is de kraan in staat 150 ton te hijsen, en wel op een sprei van 10 m buiten boord. De hijshoogte bedraagt hierbij 28,50 m. Op een sprei van 15 m kan 100 ton gehesen worden. Wanneer de arm geheel is uitgederrickt kan men aan het hulpblok 50 ton hijsen bij een sprei van 25 m en een hijshoogte van 27 m. In opgederrickte stand van de arm bedraagt de hijshoogte van het hulpblok 47 m. De arm kan derricken met last. Er is op gerekend, dat bij het vervoer van walkranen, deze vóór de klok op het dek geplaatst kunnen worden. De knik in cle arm is het ge volg van twee, door de opdrachtgevers gestelde eisen. De eerste was dat de kraan, onbelast en bij hoogste stand van de arm onder een zich op ca. 52 m boven water bevindende hoogspanningskabel moet kunnen passeren en de tweede was de max. sprei van het hulp blok. Bij het ontwerpen bleek dat aan deze voorwaarden alleen kon worden voldaan door de arm te knikken, het geen een vrij ingewikkelde constructie van de arm, wat betreft de ophanging van de hoofdblokken, noodzakelijk maakte. De bediening van de kraan geschiedt vanuit een aan de voorzijde van de klok opgehangen stuurhuis. In dit huis zijn alle hefbomen en handwielen voor de remmen, stoomafsluiters, koppelingen enz. opgesteld. Ook is er een standaanwijzer aanwezig, waarop automatisch de max. sprei voor een bepaalde last wordt aangegeven, zodat de kraandrijver precies kan zien hoever hij kan gaan. Het stuurhuis bevindt zich boven in de klok, waardoor de kraandrijver een goed zicht op z'n werk heeft. Zoals gezegd bevinden zich de hijslieren en de derrick- machine in de ponton. Daarin zijn ook de stoomketel, brandstoftanks, verblijven enz. ondergebracht Voor het transport overzee is de arm gedemonteerd en in twee stukken op het dek bevestigd. Ten einde de hermontage in Santos mogelijk te maken, moet een in Santos aan wezige drijvende bok (die inmiddels de respectabele leeftijd van 50 jaar heeft bereikt) worden omgebouwd. Hiertoe moest nog „even" een nieuwe bovenbouw wor den vervaardigd die met de CO 17 werd meegestuurd. Fig. 2 geeft een beeld van de laatste faze van de mon tage van de arm. De arm is reeds in de scharnieren op de klok bevestigd. De drijvende bok trekt nu de arm aan de spits omhoog, ten einde de scharnieren van de trekkers op hun plaats in de ballastkist te brengen. Het ontwerp van de kraan stamt van Gusto, die ook alle tekeningen en de ponton vervaardigde. Verschure ver vaardigde de bovenbouw en de mechanische delen. Door

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1950 | | pagina 4