We zouden het ook kunnen omkeren: we kunnen regel na regel grote
en kleine puntjes achter elkaar zetten, dus zwart - wit - zwart - wit,
enz. Op die manier zou het mogelijk zijn een tekening op te bouwen.
Maar, vraagt u zich waarschijnlijk af, wat heeft dat alles met televisie
uit te staan? Wel, heel veel. Laten we maar eens een kijkje nemen in
een televisiestudio, waar de omroepster juist een programma aankondigt.
De cameraman richt zijn toestel op de omroepster en dat toestel, de
opnamecamera, gaan we wat beter bekijken. Net als een gewoon film
toestel heeft de cameraman een lens. Zo'n lens vinden we ook in ons
oog. Als we naar een voorwerp kijken, dan maakt de lens een afbeel
ding van het voorwerp op het netvlies, dat achter in ons oog zit. Zo'n
„netvlies" vinden we ook in de televisiecamera. Maar een heel eigen
aardig netvlies: het is een zogenaamde mozaïekplaat, die bedekt is met
millioenen zilverbolletjes. Het bijzondere van die bolletjes is, dat ze
een electrische lading krijgen als er licht op valt. En die lading is groter
naarmate de bolletjes meer belicht zijn. In een donker gedeelte van de
afbeelding krijgen de bolletjes weinig licht en hebben ze dus een kleine
lading. Denken we ons de mozaïekplaat nu even als een flinke muur,
waartegen een groot aantal halve tennisballen zijn geplakt, dan zouden
we de plaat kunnen „lezen", zoals we hierboven de tekening hebben
gelezen. We veronderstellen dat we een staaf hebben, die de electrische
stroom geleidt en tasten daarmee regel na regel van de muur af. We
beginnen links bovenaan, bewegen de stok over de bolletjes naar rechts,
springen aan het eind van de eerste regel vlug naar links om de tweede
regel beginnen te lezen, enz.
Krijgen we een flinke schok, dan betekent dit een grote lading, en dus
een licht gedeelte van de afbeelding.
Merken we weinig van de stroom, dan is er een donker bolletje. Zo
vertellen de grote en kleine electrische stroompjes ons dus waar zich
donkere en waar lichte bolletjes zich bevinden. De afbeelding kan dus
worden omgezet in electrische stromen. En dit zelfde gebeurt in de tele
visiecamera. Hier werken we echter niet met een staaf die de stroom
geleidt, maar met een electrische straal, de zogenaamde electronenstraal.
Over millioenen bolletjes van de mozaïekplaat strijkt de electronenstraal
als ons oog over de regels van een boek.
Raakt de straal een geladen bolletje, (dus een lichtpuntje), dan wordt
er een electrisch stroompje afgegeven dat naar de versterker in de
camera wordt gevoerd. Het aftasten van de mozaïekplaat gaat gewel
dig snel.
In een enkele seconde heeft de electronenstraal de mozaïekplaat met zijn
millioenen bolletjes maar liefst 25 maal regel na regel van boven naar
beneden afgetast.
In snel tempo ontstaan er daardoor in de versterker sterke en zwakkere
electrische stromen. En die stromen kunnen, evenals bij de radio, wor
den uitgezonden. Ze kunnen door de antenne van een televisie-ontvan-
toestel worden opgevangen. Hier vinden we precies een omgekeerde
situatie.
Er is ook een electronenstraal en deze maakt dezelfde bewegingen als de
straal in de opnamecamera. De opgevangen electrische stroompjes wor
den naar deze straal gevoerd en het resultaat is dat er op een scherm
een beeld (bestaande uit lichtpuntjes) wordt opgebouwd, dat precies
lijkt op het beeld van de mozaïekplaat van de opnamecamera.
Hierop komt de gang van zaken bij de televisie in grote trekken neer,
al is de werkelijkheid veel en veel ingewikelder.
8