1951
J. Br.
Wederom staan wij aan het begin van een nieuw jaar en vragen we ons
af, wat dit nieuwe jaar voor ons weer brengen zal. Zal het onk brengen
datgene, waarnaar de hele wereld zo hartstochtelijk verlangt, of zal het
weer een teleurstelling worden en zullen de verlangens niet in vervulling
gaan?
Onwilekeurig gaan bij het begin van 1951 onze gedachten even terug
naar het begin van een ander jaar, het jaar 1945, icen het in ons land
en vooral in het Westelijke deel ervan zo hopeloos donker was en de
toekomst geen uitzicht bood. Oorlog om ons heen, onzekerheid en angst
alom.
En nu weer precies dezelfde onzekerheid en verwarring in de hele wereld
Na de Wereldoorlog, die zoveel nameloze ellende en rampspoed over de
mensheid bracht, leefde in ons die ene gedachte: „Dat nooit weer". Wat
is er van die gedachte terecht gekomen? Weer begint het nieuwe jaar met
strijd, weer is die onzekerheid en onrust over ons, de angst, dat het
erge toch komen zal, ondanks dat „nooit weer", ondanks ons allen.
Maar niettegenstaande de onzekerheid voor de toekomst, zijn er toch ook
lichtpunten. Achter de donkerste wolken breken toch altijd weer licht
stralen door. Ieder met een heldere kijk op de hedendaagse problemen
is er van overtuigd, dat toch ééns de rust zal komen, waarnaar wij allen
zo vurig verlangen, ieder op zijn manier, maar allen met dezelfde eind-
gedachte. Hiervoor moet over over een dosis idealisme beschikt kunnen
worden en de gevoelswaarde de grondslag van het leven gaan vormen.
De gedachte moet ingang vinden, dat niet geld en bezit de hoogte van
ons wezen aangeven. We moeten er voor waken, dat niet egoisme, baat
zucht de grondslag worden, geen z'n welstand verbeteren ten koste van
anderen. Ieder moet op de plaats staan, welke hem is aangewezen, maar
dan zo, dat die plaats wordt vervuld tot het algemeen welzijn van mens
en maatschappij. En dit zal dan moeten gaan, van hoog tot laag, van
klein tot groot, van arm tot rijk, over de hele wereld. Dan pas zal die
wereld worden tot wat zij zijn moet, een wereld zonder onzekerheid en
onrust, een wereld zonder angst voor de toekomst, waarin voor ieder de
gedachte gaat leven mee te mogen werken aan het bereiken van dat
ideaal. Met deze gedachte bezield zal 1951 toch nog enig idealisme in
zich bergen voor allen, die geloven in een betere toekomst, weke komen
moet, maar alléén dan, wanneer we er met z'n allen daadwerkelijk de
schouders onder zetten, vastberaden, zonder dralen. Gelukkig Nieuwjaar!
(0) 1