^'Q.adar
C HET ELECTR1SCHE OOg)
Na de bevrijding hoorden we voor het eerst van een wonderlijke uitvin-
ding, die de geallieerden enorme diensten had bewezen, en op allerlei
manieren bijdroeg tot de overwinning: radar, het super-oog.
Spoedig bleek, dat ook in vredestijd voor radar een belangrijke taak
is weggelegd en het ziet er naar uit, dat deze uitvinding, die bij toeval
werd gedaan, op allerlei gebied ongekende mogelijkheden zal bieden.
Het principe waarop radar berust, is eigenlijk heel simpel. Stel U voor,
dat U in een vreemd dorp een jongen uitstuurt om sigaretten te halen.
De jongen is in twee minuten terug. U weet nu twee dingen: er is in
het dorp een sigarettenwinkel, en die winkel kan tevens onmogelijk ver
weg zijn. De situatie bij radar komt hiermee vrij aardig overeen. Er wordt
alleen geen jongen uitgestuurd om een sigarettenwinkel te vinden, maar
men zendt radiogolven uit, die de richting en de afstand van een schip,
een vliegtuig of een ander voorwerp moeten helpen bepalen.
We weten allen dat licht kan worden teruggekaatst. Ook met geluids
golven is dat het geval. Denk maar eens aan de echo, die ons zelfs onge
veer kan vertellen op welke afstand zich bijvoorbeeld het bos bevindt,
dat het geluid weerkaatst.
Geruime tijd vóór de tweede wereldoorlog deden enkele Amerikaanse
telegrafisten een heel belangrijke vondst. Ze zonden radiogolven uit
naar een vliegtuig en ontvingen toen een echo van de uitgezonden golven,
die blijkbaar tegen het vliegtuig waren teruggekaatst. Deze ontdekking
zette de natuurkundigen in allerlei landen hard aan het werk. Het gevolg
was, dat reeds in 1935 het eerste radarstation aan de Engelse kust werd
gebouwd. Toen de oorlog uitbrak, werd de hele Engelse Oostkust al
beveiligd door een dicht radarnet, waarmee men vliegtuigen op een
afstand van 200 km. voor de kust kon signaleren. Heel spoedig bleek
radar een wapen te zijn, dat zowel voor de verdediging lals de aanval
grote betekenis had.
In zijn eenvoudigste vorm bestaat een radarinstallatie uit drie delen: een
zender, een ontvangantenne en een tijdmeetapparaat. Door de zender
wordt in een bepaalde richting een bundel heel korte radiogolven uitge
zonden. Treft deze bundel bijvoorbeeld een schip, dan wordt hij daartegen
teruggekaatst. Na korte tijd bereiken de teruggekaatste golven weer de
plaats waar ze zijn uitgezonden. Ze worden opgevangen door de ontvanger,
die vlak bij de zender is opgesteld. Men weet nu dat het schip zich in
de richting van de uitgezonden bundel radiogolven moet bevinden. Maar
tegelijk vertelt het tijdmeetapparaat heel precies hoeveel tijd er is ver
lopen tussen het uitzenden van de golven en het opvangen van de echo.
Een en ander wordt zichtbaar weergegeven op het radar-scherm. We
mogen het radartoestel dus wel vergelijken met een groot zoeklicht,
dat ook bij mist of in de duisternis van de nacht zijn onzicht
bare radarstralen kan uitzenden. Elk voorwerp dat door de onzichtbare
stralen wordt getroffen, verraadt zijn aanwezigheid, doordat het de stralen
terugkaatst. Radar ziet alles!
32