inzicht te krijgen in de slijtvast heid van allerlei door fabrikan ten gepropageerde materialen. Op de foto 2 ziet U een half open waaier met vijf bladen, opgebouwd uit vijf segmenten, ieder van verschillend materiaal. Wanneer een dergelijke waaier op de proefstand in bedrijf wordt gesteld, zijn alle arbeidsomstan digheden voor de vijf verschil lende bladen gelijk. Een van de segmenten is bij alle proef nemingen van hetzelfde mate riaal en de daaraan optredende slijtage dient als maatstaf voor de andere. Als eerste resultaat kon bijv. worden vastgesteld, dat giet ijzer slijtbestendiger is dan man- gaanstaal en dat chroomnikkel- staal weer minder slijtvast is dan mangaanstaal. De proeven worden nog steeds voortgezet ook o.a. met rubber en andere materialen. De proefnemingen beperken zich echter geenszins tot pompen en pomp- onderdelen. Zo is bijvoorbeeld bij hopperzuigers zeer belangrijk het bezin ken van het zand in de hopperruimte. Het water van het opgezogen zand- watermengsel moet weer wegstromen en het zand moet bezinken. Soms gaat dit bezinken gemakkelijk en soms moeilijk. Op de foto boven ziet U het over stromende water bij de hopper van de „Maitena" (Co 20). In het M.T.I. werd een hopperproefstand opgezet, waarbij de verschillende optredende factoren nauwkeurig kunnen worden bestudeerd. Het doel van het onderzoek is uiteraard deze factoren uiteindelijk in gunstige zin te kunnen beïnvloeden. Reeds konden daarbij belangwekkende feiten worden vastgesteld, die hun invloed al hebben doen gelden op de sindsdien ont worpen constructies. Het aanbrengen van een rooster over het laadruim onder een bepaalde hellingshoek en met een perforatie van geschikte 4. Hopperproefstand van het M.T.I.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1951 | | pagina 5