•gesneden worden, zodat in werkelijkheid volstaan wordt met een draag-
ponton van 9 m. en een buitenponton van 5 m. breedte, terwijl de tussen
deze ponton ontstane ruimte van 20 m. benut wordt om er lichters en dek
schuiten te meren.
De beide pontons zijn alleen verbonden door de kraanligger (tevens rijbaan
van de kat). De grootte van de draagponton wordt nu alleen bepaald door
het totaal gewicht van de kraanconstructie, dus door het hiervoor ver
eiste drijfvermogen, en de grootte van de buitenponton alleen door de
.stabiliteitseis, d.w.z. dat deze feitelijk alleen een drijvend tegenwicht vormt.
Echter brengt een dergelijke pontonconstructie eigenaardige bezwaren
mee. Immers, zou een lange Rijnaak schuin in de opening tussen de ponton
komen of zou een lichter of sleepboot de buitenponton aanvaren, dan kun
nen er bij een stijve verbindingsconstructie der pontons hierop grote
krachten komen. De verbinding tussen de pontons moet dus soepel zijn en
dit is gevonden door de buitenpontons door dikke staaldraden aan de
kraanarm op te hangen.
Wordt er dus op de buitenponton een horizontale kracht uitgeoefend, dan
wijkt deze ponton gemakkelijk uit; de kabels komen tijdelijk in een schuine
stand en brengen de ponton weer in zijn oorspronkelijke stand terug, zodra
deze kracht ophoudt.
Electrische energie van de wal doch bij hei
verhalenenergie van dieselaggregaai
De electrische energie voor de diverse motoren wordt van de wal be
trokken door middel van een soepele electrische kabel, die door een bij
zondere (armen en benen) constructie het verhalen van de kraan over
60 m. toestaat, zonder dat de kabel verpikt moet worden of over de
grond sleept. Moet de kraan naar de andere zijde van het Johan van
Hasseltkanaal verhaald worden, dan is uiteraard de normale stroomtoevoer
van de wal tijdelijk verbroken en wordt de electrische verhaal- en ankerlier
gevoed door een op de kraan opgesteld Diesel-aggregaat.
Behalve de hijs- en vangmotoren voor de beweging van de grijper, be
vindt zich op de kraanligger de rijmotor om de kat in langscheepse rich
ting te bewegen en is aan de kat zelve een kleine motor opgehangen, die
de grijper 6 m. in dwarse richting kan bewegen. De grijper kan dus een
6 m. lang ruim leegmaken zonder dat de lichter langs de kraan verhaald
moet worden.
De rijsnelheid van de kat langs de kraanligger kan op 2 of 3 m, per
seconde gesteld worden en bedraagt dus max. 11 km. per uur. De drij
vende laadbrug werd door de firma Conrad Stork Hijsch te Haarlem
gebouwd, daar gedeeltelijk aan de werf beproefd, toen gedemonteerd en
in stukken naar het terrein der S.V.H. te Amsterdam vervoerd, waar het
geheel weer in elkaar gezet werd. Dat dit in elkaar zetten door de bijzon
dere ponton-constructie bijzondere voorzorgen nodig maakte om het ge
heel niet te doen kapseizen voor alles in elkaar zat. laat zich indenken.
De montage ondervond enige tegenslag door stormweer, maar nu zit alles
in elkaar; het geheel moet afgeklonken worden, geschilderd en electrisch
worden afgewerkt.
De voornaamste details van de laadbrug zijn: Inhoud grijper 4,5 m3, Hef
vermogen 6 ton (grijper plus inhoud), rijsnelheid hoofdkat 120180 m/min,
Hijssnelheid 60 m/min. rijweg hoofdkat 70 m., rijweg hulpkat (dwars)
6 m„ hiishooqte 20 m., electrische energie Draaistroom 350380 V.
(ConradStork)
105