PROEFVAART HOP
C. O. 114
De „Sambre II is in I.H.C.-verband gebouwd door Verschure, te Amster
dam. De motoren zijn door J. K. Smit, te Kinderdijk, gemaakt.
Wij hebben de proefvaart, welke op 3 Augustus j.l. plaats had medege
maakt en zullen LI van deze reis een en ander vertellen. Het was de gehele
dag prachtig zomerweer, waardoor de proefvaart een prettige vacantiedag
werd.
Met een bootje van de firma Wijsmuller werden we vanaf de sluizen
in IJmuiden naar de „Sambre II" gebracht, die gemeerd! lag in de buiten
haven nabij de Hoogovens.
Kapitein tijdens de proefvaart was de heer Wijsmuller van de firma Wijs
muller. Wij zagen hem in de stuurhut bezig met het uitzetten van de
route op een zeekaart.
In de kombuis was de kok reeds in touw om voor de inwendige mens te
zorgen. Over de schoorsteenpijp van het fornuis waren èn kok èn dek
personeel niet erg te spreken. Het fornuis trok niet voldoende en het roet
kwam op het dek terecht. Later zou ons blijken, dat de kok zich hierdoor
niet van de wijs had laten brengen.
Om half tien vertrokken wij zeewaarts. Tussen de pieren zagen we de
baggermolen „Porto Alegre", een goede bekende van Verschure, aan de
arbeid. Op het strand waren honderden zomerhuisjes gebouwd en het was
een drukte van belang. (Wij wisten niet, dat IJmuiden behalve een haven
plaats ook nog een drukke badplaats was!!)
Een kleine bok, geduwd door twee sleepbootjes, bracht twee betonblokken
naar het pierhoofd om ze aldaar aan de buitenkant tegen de pier te lossen.
De heer Antonsen vertelde ons, dat dit noodzakelijk geworden was, omdat
de „Sambre II" de vorige dag bij het proefzuigen in de nabijheid van de
pieren enige betonblokken had weggezogen. Tot overmaat van ramp was
bij die proeven geen goede zandplaat gevonden. De proeven zullen nu later
worden gehouden op de Schelde, ter hoogte van de ballastplaat bij Bath.
In volle zee werd een snelheidsproef gehouden, waarna teruggevaren werd
tot tussen de pieren, alwaar, via een wankele statietrap, de heren Ver-
meesch en de Clercq, beiden Inspecteurs van de Belgische Staatsveiligheid
voor het zeewezen, aan boord kwamen.
Dat tussen de pieren keren van de „Sambre II" was reeds een bewijs, dat
het schip goed kon draaien. Daarna ging het weer „full speed" naar zee.
Het was inmiddels tijd geworden voor een oorlam en het moet gezegd
worden, dat deze de gasten en de bemanning uitstekend smaakte.
Wij zetten koers naar Schevenir.gen en passeerden vele schepen. Onze
snelheid was zodanig, dat de heer Weismuller terdege moest uitkijken,
99