DE OPBOUW V U STOFPEI
EN HET BEGRIP „ELECTRICITEIT"
II
Dit is het laatste gedeelte van de interessante artikelenreeks
over de opbouw van stoffen en het begrip „electriciteit".
Wij danken deze serie aan Ir. Ulrich van de Nederlandse
Kabelfabriek te Alblasserdam. De Redactie van Het Zes
kant" wil niet nalaten voor deze medewerking thans op deze
plaats nogmaals haar dank te betuigen.
IV
Wij weten uit ervaring, dat er stoffen zijn, welke de electriciteit goed ge
leiden (koper, zilver, aluminium enz.), en andere stoffen, welke de elec
triciteit niet of zeer slecht geleiden, zoals zwavel, porcelein, glas, lucht
enz. Deze geleidbaarheid hangt zeer nauw samen met de groepering van
de electronen om de atoomkern. In het ene geval gaan deze gemakkelijk
van het ene atoom in het andere over, terwijl dit in het andere geval
moeilijk gaat. Lucht is een zeer slechte geleider, maar kan onder be
paalde omstandigheden een betere en zelfs een zeer goede geleider wor
den. Dit is n.l. het geval wanneer men de lucht zeer sterk verhit. Bij
een temperatuur van 3000° C kan men met 40 Volt al een behoorlijke
energie overbrengen over een afstand van enkele centimeters.
Dit is te verklaren uit het feit, dat de electronen zich onder deze om
standigheden gemakkelijk van de atomen afsplitsen, hetgeen de voor
waarde schept voor een electronenstroom.
Deze omstandigheden kunnen wij technisch verwezenlijken door tussen
2 phasen van een wisselstroom of tussen de beide polen van een gelijk
stroombron even een innig contact te maken en dit onmiddellijk weer te
verbreken. Door de optredende kortsluiting ontwikkelt zich zo veel
warmte, dat de omringende lucht sterk verhit wordt. In de daaropvol
gende verbreking wordt de lucht zo geleidend, dat de stroom blijft door
vloeien en daar ter plaatse zeer veel warmte ontwikkeld wordt, waarbij
een electrische lichtboog ontstaat. Hiervan wordt een dankbaar gebruik
gemaakt in de electro-vlamhoogoven en bij het electrisch lassen.
De weerstand van een lichtboog wordt sterk verminderd dooor een hoge
temperatuur. Iedere electro-oven smelter weet dan ook, dat de lichtboog
zich veel gemakkelijker ontwikkelt en veel stabieler is, wanneer de tem
peratuur in de oven stijgt. De lichtboog bestaat dus uit gloeiende gassen,
waarin zich vrije electronen bevinden en metaal- of kooldeeltjes, welke van
de beide geleiders geslingerd worden, n.l. de grafietelectrode 'en het
schroot.
De radio-techniek maakt een dankbaar gebruik van het feit, dat bij ver
hitting van metalen of metaaloxyden vrije electronen afgesplitst worden.
101