REDACTIE'^Perikelen
Zo tegen het einde van de: maand pleegt de redactie-commissie bij elkaar
te komen om te trachten het nodige aantal drukletters bij elkaar te voe
gen, welke dan gezamenlijk het Zeskant moeten vullen. En met „vullen"
alléén ben je er natuurlijk nog lang niet, want het Zeskant moet ook
lezenswaard zijn.
Het is geen overdrijving als ik zelg, dat dit iedere maand opnieuw een
grote zorg is.
Of we er in slagen de inhoud van het Zeskant naar ieders genoegen
te doen zijn, is een onbeantwoorde vraag. Onze lezers maken n.l. een
diep geheim van hun mening. Critiek horen we niet, maar goedkeuring
evenmin. De enige maatstaf, die we hebben, is, dat, als er eens iemand
geen Zeskant krijgt, hij er om komt vragen. Dat was vroeger niet zo.
En ook gebeurt het niet meer, dat de Maasdijk bezaait ligt met Zeskanten
op de dag der uitreiking Wat dan eveneens de burger moed geeft.
Dit is alles goed en wel, maar we zouden toch graag méér uit onze lezers
kring willen horen. Liever nog critiek, dan helemaal niets. We lopen heus
niet en-bloc weg a's we eens op de vingers worden getikt.
Aannemende echter, dat we met het Zeskant op de goede weg zijn, is
het zaak de goede weg te blijven volgen. Bij 't verschijnen eirvan moet
men er graag naar grijpen. Het moet een blad zijn van en door onze
werkgemeenschap.
En dat kan!
Maar dan moeten er ook meer medewerkers komen, losse en vaste, die
bereid zijn van tijd tot tijd een bijdrage te leveren.
Zeg nu niet dadelijk: ik kan niet schrijven, of waarover zou ik moeten
schrijven. Een paar gedachten of een belevejnisje op papier zetten, kan
iedereen. Het behoeft heus niet mooi te zijn. De redactie zorgt er graag
voor, dat het leesbaar wordt. En waarover schrijven? Er zijn zoveel din
gen, waarover geschreven kan worden, b.v. over zijn liefhebberijen,
hobby s, n excursie, n tentoonstelling, een voorvalletje op het werk
en niet te vergeten over het werk zelf.
Velen van onze jongeren zijn als militair in Indonesië geweest. In andere
firmabladen leest men vaak, aardige verhalen hierover. In het Zeskant
niets. Hebben juist ónze jongens ginds niets meegemaakt?
(0) 77