Buucmans schutting, KIJKJE OVER De „spelende mens" heeft altijd onze (heel bijzondere) aandacht en daarom zijn wij, in gedachten, geweest bij die voetbalwedstrijd van Gusto tegen Gusto. Gusto bleek sterker en won. Men vertelt ons dat de totale leeftijd der beide elftallen ver over de duizend jaar was. Er is (misschien wel juist om die duizend jaar) met animo gespeeld, waarmee wij maar willen zeggen dat ge geen achttien behoeft te zijn om een ba'letje te trappen. Alhoewel wij denken dat deze 22 dapperen, de avond en de volgende dag wel hebben geweten dat ze gevoetbald hebben Wanneer wij nergens anders zijn, dan zijn wij aan de Kinderdijk. L.S.Z. heeft thans een originele fotowedstrijd in zijn firmanieuws. Een aantal foto's van plekjes uit de omgeving moet men trachten thuis te brengen. Als ge het weet, lijkt het ons niet zo moeilijk. Met „Het Zeskant" in de hand komt ge nu door het gehele (Kinderdijkse) land. Gédégé pleit bij „De Klop" voor veilige verlichting. Wij zouden denken dat dit misschien een klop op een open deur was, maar dat is niet zo. Hij stelt de wandelsportvereniging voor om een spreker te laten komen spreken over veilig verkeer, met rijwiellantaarns. Dit lijkt ons overbodig. Een wandelsportclub heeft met fietsverlichting niets van doen, menen wij. De klaverjasclub krijgt ook geen lezing over hengelen. En wandelsporters hebben geen lichten op. Verschure's schaakclub heeft gewonnen van Gusto en van het Agentschap van het Ministerie van Financiën. Waarmee wij maar willen zeggen, dat die financiële jongens heus niet altijd winnen. Verder heeft Verschure een gongwedstrijd gespeeld waarover wij de meest wilde gedachten zijn gaan koesteren. Geluk, pech, gelach, ziedaar een paar punten uit het verslag. Dat lijkt meer op „Mens erger je niet", vindt gij ook niet, Verschure-schakers? En heeft Financiën dat gelach betaald? Bij J. K. Smit lazen wij „ideeën". Wij lezen trouwens veel ideeën tegen woordig. Wij weten niet of de bedrijfsleiders van alle werven alle ideeën lezen die op de andere werven geopperd worden. Het is maar een vraag. Ook een vraag is wat een idee-inzender bedoelt met een stekker die in tijd van nood met de voet los getrapt kan worden. In tijd van nood, inzender, trapt men niet, doch wordt men getrapt. En los getrapt, waarom dan stekkers? Bij Conrad-Stork zagen wij de Heer L. op het platvorm van een pit-digger, (wat dat dan ook moge zijn). De redacteur deelt ons mede, dat de Heer L. niet altijd in „het ijzer" zit. Dat doet ons deugd. Ge bedoelt toch niet, redacteur, dat de Heer L. zo nu en dan in „de ijzers" zit? Of in de ijs- branche, redacteur? IBONICUS 142

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1951 | | pagina 18