$}e f.-f-f.C fat Qufa
en in fat J^ieuwe Jaar
De traditionele terugblik in het oude jaar laat ons
bezetting zien van alle I.H.C. werven.
In totaal werden 66 CO-nummers geboekt, nieuw personeel
werd aangetrokken; een ieder, die werken wilde, kon zijn
volle energie inzetten zónder angst voor een dreigend spook
van arbeidsschaarste.
Integendeel, er werd overgewerkt, outillages en arbeidsme-
thoden werden verbeterd, sociale voorzieningen werden ge
handhaafd, dan wel met wat ruimer hand verstrekt. Ontspan
ningsavonden en gezamenlijke tochten werden georganiseerd.
Dit alles stemt tot grote dankbaarheid.
En zijn wij allen als I.H.C.-er ook tevreden?
Als wij zessen tezamen nu nóg eens zesmaal een éénling waren,
hoe zou het er dan het afgelopen jaar hebben uitgezien?
Ik wil zeker niet beweren, dat er dan werkschaarste was ge
weest op de werven, maar wij hadden toch zeker niet kunnen
presteren wat wij nü en in de afgelopen jaren hebben gedaan.
Denk slechts aan de 6 tinmolens, de 5 molens van Donzère
en zovele andere grote orders.
Voor het volgend jaar wachten ons nu o.a. de gezamenlijke
orders voor Pakistan, in totaal 22 baggerwerktuigen met
drijvende- en landleidingen.
De recente order voor een grote sleepboot voor het Suez-
kanaal zal t.z.t. voor de schepen van alle nationaliteiten van
de gehele wereld naar wij verwachten haar goede diensten
bewijzen en ons I.H.C.-hart iets sneller doen kloppen.
135