v. H.
wat heeft G.S.S. daar tegenover gezet? Alleen de bestuursleden v. d. Berg
en. van Holten hebben zich 5 a 6 avonden van hun plicht gekweten,
ondanks alle daaraan verbonden bezwaren. Ook de Penningmeester heeft
zich enige malen laten zien, Manus Löke heeft twee avonden hard gewerkt,
terwijl wij overigens nog één keer hebben opgemerkt: E. van Dijk, W.
Prins, P. Wartena, M. Verwey en op een Zaterdagmiddag W. de Nijs,
P. Koevermans en J. Steenbergen. Als V.V.K. niet in de bres was ge
sprongen, zouden wij in Augustus nog rustig staan te graven.
Als wij iedere avond zes man geleverd hadden en ieder lid was twee
avonden gekomen, dan hadden wij, met wat deskundige hulp van de
Kethelaars, dit werk in drie weken zelf kunnen doen. Tenslotte hebben
de V.V.K.ers dit niét gedaan omdat zij ons zulke aardige jongens vinden.
Het is natuurlijk hun belang, dat het veld voor hun wedstrijden in zo goed
mogelijke conditie is, maar het is toch wel duidelijk, dat wij dit jaar niet
op een hoge huuropbrengst van V.V.K. kunnen rekenen. Voor wat hoort
wat.
Wij hebben ons dus niet van onze beste kant laten zien en, afgezien van
de financiële consequenties, valt het gebrek aan medeleven van onze
leden ons wel bitter tegen. Als straks, ondanks slecht weer, ons eerste
veld bespeelbaar is, behoeven wij ons tenminste niet op de borst te kloppen.
Uitslagen:
G.S.S. I—G.S.V. Sero I 2—2
Excelsior 4G.S.S. 2 91
Zwaluwen 4G.S.S. 2 42
T.S.B. 2—G.S.S. 2 2—0
H.V.O. 3—G.S.S. 2 1—1
D.V.O. 3G.S.S. 3 G.S.S. niet opgekomen!
Excelsior 6G.S.S. 3 73
G.S.S. IG.S.V. Sero. De wedstrijd waar al zo lang met spanning naar
werd uitgezien en die ons, daar rekenden wij vast op, het kampioenschap
zou brengen. Het weer was prachtig, er was veel belangstelling, kortom,
het zou heel gezellig geweest zijn, als onze zenuwen ons niet verhinderd
hadden dit alles ten volle te waarderen. Want hoewel wij deze wedstrijd
met een punt voorsprong begonnen, was het toch zo dat een nederlaag
onze kansen nagenoeg nihil zou maken. Het werd een aantrekkelijke
wedstrijd, met voor de rust G.S.S. enigszins in de meerdërheid, wat Wim
de Nijs met een schitterend doelpunt tot uitdrukking bracht. Met deze
kleine, maar nuttige voorsprong ging de rust in en wij zouden het dus
wel redden. Toen kort na de rust de keeper van Sero een onbenullig
balletje liet glippen en wij dus met 20 voor stonden, leek de zaak be
keken en de spelers schenen zich reeds voor te bereiden op de huldiging,
die zij zouden moeten ondergaan. Ook Sero voelde d'at blijkbaar zo, want
zij speelden lusteloos verder. Onze jongens waren vermoeid en daar Piet
Wartena, die voor de rust een heel behoorlijke partij had gespeeld, wat
uitgespeeld raakte, ging Jaap Finkë naar achteren. Toen Sero al spoedig
bemerkte, d'at onze achterhoede lang niet feilloos was, kregen zij nieuwe
moed en hun aanvallen werden veelvuldiger en uiterst gevaarlijk. Onze
fout was, dat wij niet alle krachten bleven gooien op de aanval, om te
trachten onze voorsprong te vergroten. Of misschien was dat wel onmacht,
omdat de krachten verbruikt waren (training), in ieder geval, Sero rook
de kans en geep die met beide handen. Een doelpunt was onvermijd'elijk
en toen dit dan ook werkelijk werd gemaakt, werd de spanning ondragelijk.
(0) 57