wordt moeilijker door de behoefte aan uitgangen en patrijspoorten. De eersten zullen daarom voorzien zijn van luchtsluizen, waardoor het lucht- verlies tot een minimum beperkt wordt. Om het station te verlaten moet men gekleed zijn in 'n ruimtepak, een soort van duikerspak, met zuurstoffles. Gelukkig dat men in het Heelal geen gewicht heeft, door het ontbreken van de zwaartekracht. Om practische redenen zal het echter wel nodig zijn in het station een soort van zwaartekracht te maken en dit geschiedt door het ringvormige station om zijn as te doen wentelen. De middelpunt-vliedende kracht werkt dan als zwaartekracht. De hoofden van de opvarenden wijzen steeds naar het middelpunt. Een overstapje naar de maan. Reizen naar de Maan zullen dus altijd overstapjes worden. Men stijgt van de Aarde op in de door ons geschetste faze-raket en bereikt daarmede het tussenstation. De raket blijft op enige afstand van het station zweven en men verlaat haar gekleed in een ruimtepak om met een ruimtetaxi naar het tussenstation gebracht te worden. Nabij het centrum van het station is een landingsbuis voor deze ruimte taxi waardoorheen U binnenkomt. Binnen aangekomen bemerkt U, dat U nog steeds gewichtloos bent en U zweeft volkomen vrij in de lucht. Zodra LI zich echter naar de buitenste ring begeeft, zult U weer een bepaald gewicht bereiken, alhoewel dit geringer zal zijn dan op Aarde. Bij het bereiken van de buitenring komt H eerst door de afdeling Ge wichtscontrole die zich bevindt aan weerszijden van de ingangen naar de buitenring. Deze afdeling zorgt door middel van verplaatsbare ge wichten ervoor, dat het gewicht van de beide helften van de buitenring steeds volkomen gelijk is. Dit om onregelmatige schommelingen te voor komen, want deze zouden kunnen resulteren in het uit de baan raken en wellicht op Aarde storten van het tussenstation. Het Ruimtestation in actie. Behalve als tussenstation voor ruimtevaart zal het station ook dienst doen als sterrewacht, waarbij de observaties niet gehinderd worden door de aardse dampkring met zijn wolken en andere onprettige eigenschappen. Daarbij komen dan omvangrijke fotografische, spectografische en verdere laboratoria, kortom een complex van kamers en zalen. Zij hebben allen dit gemeen, dat er mensen in leven en werken, zodat in het ruimtestation bovendien woon- en recreatieruimte aanwezig moeten zijn, keukens, koel kasten, luchtverversingsinstallatie, huistelefoon enz. Daar het aanvoeren van alle levensmiddelen buitengewoon kostbaar zou zijn, zullen de bewoners zich deels moeten voeden met geconcentreerd voedsel en capsules, maar ook met aan boord gekweekte groenten. Men kan zich voorstellen, dat dit kweken zou geschieden in een soort kassen in het station of misschien zoals in een onderaardse kwekerij van cham pignons. De „tuinbouw" in het ruimtestation zal waarschijnlijk plaats vinden in een hydroponische tuin, met veel chemische voedingsmiddelen en kunstmest voor het opkweken van de planten. De energie voor licht en stroom wordt opgewekt door een turbo-gene rator die wordt aangedreven door kwikdamp. Het kwik wordt daartoe verdampt door middel van zonnehitte, welke verzameld wordt in een reusachtige holle spiegel. Deze is opgesteld buiten op het ruimtestation en de kwikdampketel bevindt zich precies in het brandpunt ervan. 104

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1952 | | pagina 24