HET MONSTER
IJZERPARK
P. J. J. S.
Een weinig voorovergebogen door het gewicht van een klein gereedschap
kistje, dat met een vettig touw over zijn schouder hangt, sjokt een man
voorwaarts in de richting van een gigantisch stalen monster, staande
op een roestig en kromgetrokken stuk rail. Op enige meters afstand
gekomen, staat de man stil en staart met ogen, groot van ontzetting,
naar het wonder voor hem. Een wonder zo huiveringwekkend van
aanblik, dat het zelfs een Jules Verne met stomheid zou hebben geslagen,
indien hij dit had mogen aanschouwen.
Mismoedig schudt de man het hoofd, maar gaat dan met ietwat versneld
tempo op zijn doel af. Aarzelend kijkt hij omhoog naar het sissende,
sputterende en lekkende geval voor hem. Dikke oliedroppels rollen als
grote tranen naar beneden, verzamelen zich aan de onderkanten tot dunne
straaltjes, welke de grond herscheppen in een deegachtige massa.
Dan slingert hij met een resoluut gebaar het kistje naar boven en begint
er met stijve bewegingen achteraan te klimmen. Na enige malen te zijn
uitgegleden, glibbert ook hij naar binnen.
Met bevende handen pakt hij zijn spullen uit en begint naarstig in het
enorme raderwerk te wroeten.
Plotseling heft hij het hoofd op, zijn ogen hangen als gehypnotiseerd
aan de manometer8 atmosfeer
Bliksemsnel berekent hij het karwei; de tijd zo scherp stellend, dat een
tarief-comediant er van zou watertanden. Twintig minuten
De man werjct verder, maar na tien minuten kijkt hij weer en met schrik
ziet hij, dat de naald van de manometer de rode streep reeds heeft
overschreden. Sleutel en hamer glijden uit zijn handen, dikke zweetdroppels
parelen op zijn voorhoofd, koud, klam zweet. Hij doet een wankele stap
achterwaarts, doch op hetzelfde moment begint het monster onder don
derend geraas, gelijk een orkaan zijn opgekropte energie uit te braken.
De man tuimelt naar beneden en kruipt kreunend weg achter een stapel
platen, waar hij gehuld wordt in een witte wolk waterdamp. Dan sluit
zich de. veiligheidsklep en het monster staat, na enige stuiptrekkingen en
wat inwendig gerommel, weer als voorheen. Onze held keert terug en
voltooit in record-tempo zijn werk. Bebloed en besmeurd klimt hij naar
beneden en gaat de weg terug. Een vermoeide bleke man keert op zijn
reparatie-basis terug. Stilzwijgend omklemmen een paar bazenknuisten
de zijne.
In de verte hoort men hoe de oude stoomkraan zich kermend door de
bochten wringt.
En de gedachten van menig bankwerker gaan in stille bewondering uit
naar de grijze machinist, die de gigant naar zijn doel weet te dwingen.
116 (0)