WATERBOUWKUNDIG PROJECT
IN CANADA GEEFT DE I.H.C.
(HEEL) MISSCHIEN EEN KANS
tuig, dat na voltooiing haar functie zal gaan vervullen in de Indonesische
wateren.
Voor deze plechtigheid waren vele autoriteiten aanwezig, o.a. de Hoge
Commissaris van de Republiek Indonesia in Nederland, Z.E. Mr. Soesanto
Tirtoprodjo, bestuurderen van de stad Amsterdam, vertegenwoordigers van
de I.H.C. en aangesloten werven, en de met de bouwcontröle belaste
personen.
Mevr. Soesanto Tirtoprodjo, echtgenote van de Hoge Commissaris, doopte
te ruim half twaalf de „Djadajat", welke zich zeer leidzaam toonde en
op het haar gegeven sein zonder aarzelen en in perfecte stijl te water
gleed, daarbij begeleid door het geloei van de sirenes van de werf en de
omliggende schepen. Een en ander was in een ommezien gebeurd en als
altijd doet dan de ledige helling erg vreemd aan. Uiteraard werden door
meerdere autoriteiten de beste wensen voor de Djadajat uitgesproken
en het was Z.E. de Hoge Commissaris, die sprak over het verheugende
feit van de toenemende samenwerking tussen Indonesië en Nederland,
hetgeen voor beide landen van grote betekenis is en tot wederzijdse bloei
zal leiden.
Van het type „Djadajat" zijn nog twee schepen in aanbouw, n.l. één bij
de scheepswerf Gebr. Pot N.V. te Bolnes en één bij de scheepswerf „De
Waal" N.V. te Zaltbommel. Deze dubbelschroefschepen zijn uitgerust met
2 dieselmotoren van 580 e.p.k., welke gebouwd worden door „Werk
spoor" te Amsterdam. De voornaamste scheepsafmetingen zijn: lengte o.a.
64,5 meter, breedte 10,15 meter en de holte 4,4 meter. De indeling van de
passagiersverblijven, salons enz. wordt zodanig, dat 10 eerste klasse-, 12
tweede klasse-, 16 derde klasse- en 140 dekpassagiers geriefelijk vervoerd
kunnen worden. Het schip zelf is sierlijk van lijn en doet hen, die aan de
bouw hebben gearbeid, alle eer aan. Moge de verdere afbouw voor
spoedig zijn.
v. d. W. (Verschure)
Met de omvangrijke order van. Donzère-Mondragon nog altijd vers in het
geheugen, is het aardig om te weten dat thans in de St. Laurence-zeeweg
op de grens van Canada en de Ver. Staten wellicht een overeenkomstig
project zal worden uitgevoerd. De Canadezen zijn voornemens hier een
hydro-electrische centrale te bouwen, met grote aan- en afvoerkanalen,
waardoor een verbinding zal ontstaan van de Grote Meren met de
Atlantische Oceaan-
Zeeschepen zouden kunnen laden en lossen in Chicago. Wij als Neder
landers met een eeuwenoude binnenvaart, zien hierin onmiddellijk belang
rijke voordelen. Het blijkt echter, dat in de Verenigde Staten tegen de
plannen grote bedenkingen zijn gerezen. Men vindt de bouwkosten te
hoog en de voordelen te gering. Vooral de Amerikaanse spoorwegen ver
zetten zich sterk tegen het plan, uit een oogpunt van eigenbelang, omdat zij
bang zijn voor vervoersverlies.
129