TROPICA
'k Ben blij als 't uur weer nadert
Dat Tropica vergadert.
Naar die gezelige sfeer
Verlang ik altijd weer.
Ik spoed m' er gaarne heen
Naar 't zaaltje van „Ireen"
Waar zo tegen achten
Reeds vele leden wachten.
Achter het groene kleedje
Rumoert het nog een beetje.
Daar zijn de „Wijze Heren"
Nog druk aan 't debatteren.
't Bestuur wil juist beginnen,
Dan komt er nog een binnen,
En een van de leden verwijst
Hem naar de presentielijst.
De dikke paperassen,
Die bij zo'n avond passen,
Worden vlug doorgenomen
En dan begint het bomen.
De een heeft last van wieren,
Die 't visglas zo ontsieren.
Weer an'dren schimmelplagen,
Die om verdelging vragen.
Soms wil men graag wat weten
Van soorten... of van 't eten,
Van ziekten, ongemakken
Ontstaan in som'ge bakken.
Hoe krijg ik in het duister,
M'n bak in volle luister?
En dan maar debatteren
De nieuw'ling adviseren!
't Zijn soms heel vreemde vragen,
Waarmee men aan komt dragen.
Ook wordt er op gewezen
Het „Maandblad" goed te lezen.
En naar ons is gebleken
Zijn er nog tal van leken,
Die van de „Wijze Heren"
Nog wel wat konden leren.
JeWeEm.