VIA PARUS NAAR SPANJE IN DE WINTER (SLOT) Zweefbrug te Bilbao. De pont hangt op de hoogte van de kade Het Cantabrische Berglandschap met zijn groene valleien, milde regen en daardoor talloze snelle vlietjes, zijn mijnen (kolen, erts) en velerlei fabrieken en werven, havens en stranden, heeft een klimaat dat het Hollandse zeer nabij komt. In de sneeuwbekroonde toppen met daarom- en overheen cirkelende autowegen is een bergpas op 1404 m een nieuwe beleving. Eindelijk het meer egale Castiliaanse hoogland, 500800 m boven de zeespiegel. Wat een verschil. Het groene gras is weg. Kaal, dor, neen woest is de natuur tot de verre horizon. Af en toe een kudde schapen, stieren of paarden, al of niet met herder, gehuld in schapenvacht tot over de oren. Want snerpend koud is 't hier, vooral 's nachts. Overdag helder fris weer, stil, o Zo stil. Geen verkeer, geen mens stoort hier. Ver weg blaft een hond, en daar, die kant kruipt een stoomschietend miniatuur- treintje geruisloos een valleihelling af. Hier en daar is er voldoende teelaarde op de rotsen over. Enigszins gezuiverd van de grote blokken steen, die soms netjes tot windkerende muurtjes zijn opgetast, wordt het land met de os voor een simpele hand- ploeg gescheurd. Prachtig in hun arme eenvoud, prachtig ook die rode grond tegen groenbemoste rostwanden. Trouwens de kleuren wisselen eikaar telkens af. V/aar de rotsen opgeblazen zijn om de autoweg er doorheen te leiden, zijn de fraaie marmeraderen menigmaal in allerlei figuren te zien. Veldsteen in de dorpen en marmersteen in de stad zijn hier dan ook de voornaamste bouwstoffen, hoewel ook heel veel gebouwd wordt met holle rode baksteen. Madrid met zijn 950.000 inwoners heeft grote drukke hoofdstraten, vele moderne, historische en culturele schatten in kastelen en kerken en paleizen en een uiterst moderne universiteitswijk, maar een bezoek aan een vriend van een vriend toonde al gauw wat de oude bouwwijze in de oude wijken heeft achtergelaten. Nauwe bultige stegen, slecht plaveisel. In 't algemeen 19

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1953 | | pagina 23