DE „PAKISTAN OPDRACHT" De rivieren in Pakistan doen denken aan de kali's van Java In Het Zeskant heeft U het reeds gelezen, de „Aminul-Bahr" (C.O. 190) is op 29 November j.l., met goed gevolg bij Verschure te water gelaten en wanneer U dit leest, zal bovendien de 24" cutterzuiger, welke eveneens cleel uit maakt van deze opdracht, bij „De Klop" in zijn element zijn gegleden. Deze gebeurtenissen, hoewel op zichzelf belangrijk, zijn echter slechts „stappen" in de uitvoering van deze belangrijke opdracht, waaraan op het ogenblik op verschillende werven hard gewerkt wordt. Er zijn echter nog zoveel andere „stappen", waarvan U niet heeft gehoord, bijvoorbeeld dat nu al twee sleepboten op transport naar Pakistan liggen te wachten, of dat bij Verschure sinds 20 December j.l. gedurende achttien weken gemiddeld per week een 12" zuigertje te water loopt en dat er vanaf eind Februari eveneens gedurende achttien weken één per week klaar zal komen. Maar laten wij niet alles door elkaar halen, maar bij het begin beginnen. Zoals U weet kreeg de LH.C. in scherpe concurrentie met buitenlandse werven in Augustus 1951 van het Pakistaanse Gouvernement opdracht tot het bouwen van een hele vloot baggermaterieel bestaande uit: Eén grote zeilvarende dubbelschroef cutterzuiger met een perspijp van 1.10 m diameter. Behalve het feit, dat deze zuiger met drie cutterladders en 6 cutters 16

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1953 | | pagina 4