is uitgerust, is van dit schip nog veel meer te vertellen, maar daar over een volgende keer. Verder omvat de opdracht: Een drijvende persleiding voor de „Aminul-Bahr"; een zelfvarende enkelschroef cutterzuiger, met een persleiding van 640 mm diameter, van een normaal type; een drijvende leiding voor deze zuiger; achttien kleine zelfvarende cutterzuigertjes met een zuig- en een pers buis van 300 mm diameter; achttien drijvende leidingen voor deze zuigertjes; twee motorsleepboten, respectievelijk 100 en 80 pk.; een motortankboot, voor brandstofvoorziening van deze vloot. Nu, na bijna anderhalf jaar hard werken, begint deze vloot zijn voltooiing te naderen en dat moet ook wel, want U weet het nog van de tinmolens, levering naar landen achter de Indische Oceaan stelt speciale eisen. Door de in deze Oceaan heersende moessons, kan dit soort schepen uiterlijk 1 Maart gesleept uit Nederland vertrekken, of desnoods begin Mei onder eigen kracht varend, maar wanneer men deze data laat ver lopen, moet men met het vertrek uit Holland wachten tot begin Augustus, waarmee dus kostbare maanden verloren gaan. De enkelschroef-cutterzuiger nu, moet tezamen met de tankbarge in één sleep op 1 Maart a.s. uit Nederland vertrekken en bij „De Klop" kunnen ze U vertellen, hoeveel moeite dat reeds heeft gekost en nog zal kosten. Maar ze zijn daar voor geen kleintje vervaard en zeggen dat het lukken zal! De zoveel grotere „Aminul-Bahr" zou oorspronkelijk ook op 1 Maart gesleept uit Nederland vertrekken. Door late levering van het materiaal voor de waterpijpketels, bleek dat al spoedig onmogelijk. Om nu niet tot Augustus te hoeven wachten, werd er een andere oplossing gevonden. Het schip zal onder eigen kracht uitvaren en dan kan de uiterlijke ver trekdatum, in verband met de moesson, begin Mei zijn, welke leverdatum voor de werven wel mogelijk was. De aflevering van deze opdracht bracht echter nog andere moeilijkheden mee. De achttien kleine zuigertjes, alle drijvende leidingen en de twee sleepboten moesten aan boord van vrachtschepen naar Pakistan vervoerd worden. De gewone scheepvaartlijnen konden slechts één zuigertje per maand meenemen, daar deze zuigers 65 ton per stuk wegen en de afmetingen van het ponton 20 X 6 X 1.7 meter zijn. Aflevering van deze achttien zuigers alleen, zou dan anderhalf jaar in beslag nemen. Dat ging dus niet en er moest een andere oplossing ge zocht worden. Deze werd gevonden: speciale vrachtschepen, welke zijn ingericht voor het vervoer van zware grote stukken, zullen in drie verschepingen al het resterende materiaal met een totaal gewicht van 2500 ton en met nog veel belangrijker volume, naar Oost Pakistan brengen en wanneer alles volgens programma verloopt, zal in Augustus a.s. de gehele vloot ir: Oost Pakistan zijn aangekomen. „Zie zo", zult U zeggen, „dat is dus geregeld!" Maar nee, zo eenvoudig is het niet! 17

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1953 | | pagina 5