TEWATERLATING M.S. "HENRIËTTE V" (C.O. 212) heid, in de mechanische werkplaatsen alles netjes, schoon en geordend. Ook bij de hellingen, nergens hopen staal waar je je nek over breekt, of slingerende gasflessen, stophout en dergelijke." „En wat zegt U ervan meneer Ferguson?" vroegen. „Wat dhr. Dewar zei, kan ik geheel onderschrijven; door mijn vorige positie ken ik vrijwel alle Engelse scheepswerven. En wat jullie sterke punten aangaat, dat zijn jullie rondborstigheid, eerlijkheid en huiselijk heid, houdt dat in ere, dan zullen jullie je beslist in de wereld weten te handhaven". Na al de lof verwerkt te hebben spraken wij met mevr. Millgate. We waren erg nieuwsgierig wat het zwakke geslacht te vertellen zou hebben. „Dit is de eerste keer dat ik in Holland ben en het eerste schip dat ik te water zag gaan. Alles was prachtig georganiseerd met de gebrui kelijke Hollandse zorgvuldigheid. En wat is alles hier schoon, ook de straten, en wat een fietsers op straat, zoveel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien. En, oh, die winkels, van alles is er te krijgen, ik heb er veel gekocht wat in Engeland nog op de bon is. Jammer dat ik maar één windmolen gezien heb!" Na zoveel lofbetuigingen was er geen reden voor de verzuchting: „Moeilijk vak, schepen bouwen". Op Zaterdagmiddag, 14 Maart jl., liep het kustvaartuig „Henriette V" vlot van stapel, onder de opwekkende tonen van de Marseillaise, ge volgd door het plechtstatiger Wilhelmus, gebracht door het Gustomuziek- corps. Een groot aantal gasten en de Directieleden, waren op het versierde platform aanwezig, toen Mej. Henriette Vinconzini, dochter van de Directeur der Franse Rederij, die de opdracht tot de bouw had gegeven, de doopplechtigheid verrichtte. Het schip heeft de volgende afmetingen: Lengte tussen de loodlijnen63 m. Breedte op spanten9.75 m. Holte tot hoofddek5.80 m. Diepgang 3.95 m. Een Werkspoor-motor TMAS 398 van ca. 1100 epk zorgt voor de voort beweging. De proeftijd snelheid is berekend op W/i zeemijlen. C.O. 212 "Henriette V"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1953 | | pagina 24