STICHTING 1940-1945
DODENHERDENKING
Na de watersnoodramp, die ons land getroffen heeft, waren we één om
te trachten de grote ellende, waarin een deel onzer landgenoten werd
gedompeld, te lenigen.
Hiervoor brachten wij een offer naar ons vermogen. Sommigen deden
zelfs meer dan zij konden.
Daarom is het enigszins pijnlijk om aan te kondigen, dat binnenkort we
derom een beroep op U zal worden gedaan tot steun aan de Stichting
1940—1945.
Het steunen van deze stichting is welhaast een traditie geworden in ons
bedrijf en wij menen, dat zij niet de dupe mag worden van de ongunstige
omstandigheden. De traditie willen we getrouw blijven. Na het over
werk ten bate van het Rampenfonds, willen wij niet opnieuw voorstellen
om een uur voor de Stichting 4045 over te werken, maar denken wij
aan het afstaan van een uurloon b.v. van de vacantie-toeslag of van de
winstuitkering.
De Stichting heeft het geld dringend nodig en wij mogen de nagelaten
betrekkingen van hen, die het leven lieten voor onze vrijheid, niet in de
steek laten.
Het kleine offer, dat voor hen van ons gevraagd wordt, mogen wij niet
weigeren.
Hierop rekenen DE BEIDE KERNEN.
De traditie getrouw, vond er op 4 Mei j.l. op de Werf bij het gedenk
teken ook dit jaar een herdenking van de gevallen personeelsleden plaats.
Om 16.40 uur werd voor deze gelegenheid het werk beëindigd om de
belangstellenden in de gelegenheid te stellen zich rond het gedenkteken te
scharen. Dit geschiedde in volmaakte orde.
Het Gusto-muziekkorps verleende zijn medewerking, waardoor het geheel
een zeer plechtig karakter kreeg.
Een hoornsignaal kondigde het begin van de 2 minuten stilte aan; een
nieuw signaal het einde hiervan. Hierna volgde, onder de tonen van
het Wilhelmus, de kranslegging namens de Directie, het gezamenlijk
personeel, de Personeelsvereniging en het Gusto-muziekkorps.
Na afloop van de kranslegging defileerden de aanwezigen langs het
monument, terwijl koraalmuziek ten gehore werd gebracht.
Noot v. d. Red. Dit moet ons van het hart! Het viel ons op, dat er
onder de aanwezigen betrekkelijk weinig beambten werden aangetroffen.
Men is vanzelfsprekend geheel vrij om een dergelijke herdenking al dan
niet bij te wonen. Er bestaat hiervoor geen enkele verplichting. Men wake
er dan echter voor geen ergernis te verwekken bij de omstanders door
in drommen voor de ramen te gaan staan, of, zoals sommigen deden,
te doen alsofen een „vroegertje" te nemen. Wanneer men om een
of andere reden niets voor de herdenking voelt, blijve men rustig aan
zijn werk.
68 (0)