EEN BLIK IN UW INNERLIJK <3> 7° (0) In de vorige eeuw was het heel wat moeilijker dan nu te ontdekken of iemand tuberculose had. Immers, de arts kon toen alleen afgaan op de verschijnselen. Die zijn: vermoeidheid, nachtzweet, hoesten en het op geven van slijm en bloed. Maar wie deze verschijnselen had, was meestal reeds langere tijd ziek en dus ruimschoots in de gelegenheid geweest ook zijn omgeving te besmetten. Röntgenstralen. Hierin kwam verbetering, toen in 1895 Röntgen de naar hem genoemde stralen ontdekte. De Röntgen-stralen kunnen door allerlei stoffen heen dringen. Zo kunnen ook foto's gemaakt worden van het inwendige van Uw lichaam. De Röntgen-stralen stellen de arts in staat tuberculose in een stadium op te sporen, waarin de patiënt nog vrijwel geen enkel verschijnsel van de ziekte vertoont. De winst is duidelijk: snellere herkenning tijdiger behandeling vermindering van besmettingsgevaar. Bevolkingsonderzoek. Omdat slechts een klein deel van ons volk op de consultatiebureaux voor tuberculosebestrijding wordt doorgelicht, werden de mogelijkheden van het Röntgen-onderzoek slechts ten dele gebruikt. Dat bevolkingsonderzoek geschiedt plaatselijk en regionaal. Het heeft zijn grootste effect wanneer iedereen aan de oproep gevolg geeft. Slechts dan kunnen alle „verborgen" ziektegevallen worden opgespoord en be handeld. Resultaten van het onderzoek. Gelukkig blijkt bij het bevolkingsonderzoek, dat bijna 90 van elke 100 mensen geen longafwijking hebben. Ook de tien, die ze wèl hebben, zijn niet altijd ziek. Het doorlichten brengt n.l. in de letterlijke zin „aan het licht", dat sommigen genezen t.b.c.-resten vertonen. Voorts worden kleine, weinig actieve afwijkingen gevonden, die bij directe behandeling voorspoedig genezen. Voor deze personen is de snelle opsporing door het Röntgen-beeld dus van groot gewicht. Nóg belangrijker voor patiënt en omgeving zijn de gelukkig weinige gevallen, waarbij een voort geschreden tuberculeuze aandoening wordt vastgesteld. Juist deze pa tiënten, die zelf niet weten hoe ziek ze zijn, vormen een groot gevaar voor gezin en omgeving: zij zijn een actieve bron van besmetting.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1953 | | pagina 12