De volgende morgen (Donderdag) werd volgens het programma te 8.30 uur begonnen met „mijlen varen" (snelheidsproef). Er werd beurtelings ge draaid met twee motoren en met één motor. De snelheid was ruim 12,5 mijl per uur. Om aan de voorgeschreven draaitijd der motoren te komen, moest op volle kracht doorgevaren worden tot s nachts 3 uur. Deze tijd werd tot aan de schemering doorgebracht achter Texel later op de Noord zee voor ITmuiden, alwaar tenslotte heen en weer werd gekruist tot 3 uur in de morgen. Een uur later werden we geschut in de sluizen van IJmuiden en koersten op naar Amsterdam, waar wij op de afgesproken tijd, om o uur, aan de scheepswerf meerden. De proeftocht was tot genoegen van beide partijen, de opdrachtgever en de bouwer, goed verlopen. Het was inmiddels Vrijdag 3 April en deze dag werd besteed met het aanbrengen of veranderen van enkele kleimg- Zaterdag 4 April werd de officiële proefvaart gehouden. Het schip was hiertoe gemeerd aan steiger 15, dicht bij de kantoren van de „Aanscha - fingsdienst van de Republiek Indonesië". Voor de proefvaart waren o.a. aan boord gekomen: zijne Excellentie de Hoge Commissaris van Indonesië met zijn echtgenote, autoriteiten van het Hoge Commissariaat en de Indo nesische Aanschaffingsdienst met zijn voltallig kantoorpersoneel. Te 10 uur voer de „Djadajat" naar Velsen, vanwaar teruggedraaid werd naar Amsterdam. Om 1 uur was het de heer Ir. J. A. M. Verschure, Directeur van Ver- schure, die namens de I.H.C. de „Djadajat" in toepasselijke bewoordingen overdroeg aan Zijne Excellentie de Hoge Commissaris. De Nederlandse en de I H C -vlag werden gestreken en de Indonesische vlag in top gehesen. Direct hierop aanvaardde Zijne Excellentie het schip namens de Republiek Indonesië; hij roemde de Nederlandse scheepsbouw en wenste de „Djadajat een voorspoedige vaart. Vervolgens sprak baas Beek enkele woorden namens allen die aan het schip gewerkt hadden. Spreker liet onder meer door schemeren dat Nederland zeer geïnteresseerd is in de bouw van schepen voor de jonge staat Indonesië. Na deze plechtigheid werd doorgevaren naar Amsterdam, waar de passagiers gedebarkeerd werden. Het werd nu kort dag voor de „Djadajat daar Dinsdag daarop volgend reeds lading werd ingenomen bij de Maatschappij Nederland en Woensdag 8 April vertrok de „Djadajat naar zijn Vaderland. Bij het vertrek zeggen wij: „Djadajat wij hebben je gaarne gebouwd, wij vinden je een mooi schip en wensen je een goede reis en een behouden aankomst! Moge de I.H.C.-naamplaat op het achterschip medewerken tot verbetering en versteviging van de banden tussen Indonesië en Nederland. Tenslotte enkele bijzonderheden: De,.Djadajat" is het tweede schip van een serie van 3 stuks, zestig meter lange, vaartuigen, welke in Nederland besteld zijn. Veertien dagen geleden heeft de overdracht van het eerste schip, de „Mengkara gebouwd bij Gebrs. Pot te Bolnes, plaats gehad. Het derde schip, dat momenteel bij de werf „De Waal te Zaltbommel in afbouw is, wordt veranderd in een opnemer van hydrographische waar nemingen. De „Mengkara" en de „Djadajat" zijn vracht-passagiersschepen, plaats biedend aan: 10 eerste klas-, 12 tweede klas-, 16 derde klas- en 140-dek- passagiers. De afmetingen zijn 60x 10,15x4,40 meter. N. H. KAN (Verschure) 56

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1953 | | pagina 24