naar zee. Prachtig weer en een kalme zee gaven een voorspoedige vaart. De tweede etappe van 1580 mijl, dat is circa 3.000 km, legden we af in negen dagen. Op 18 November, s' nacht om half vier, voeren we de eilandengroep binnen. Met het aanbreken van de dag gingen we aan land op het hoofd-eiland, dat erg dor is. Er groeit weinig; geen wonder, want het heeft er in 7 jaren niet geregend. Het heeft slechts waarde door zijn prachtige baai. Als er stormen woeden op de Atlantische Oceaan, vinden schepen hier een veilige schuilplaats, maar verder is het er erg heet. s Avonds om vier uur, diezelfde dag, vertrokken we naar Lobito in Angola, Portugees West-Afrika. Dit werd de langste trip, namelijk 5300 km. 3 December arriveerden we. Ook hier was er een goede baai, door de natuur zelf gewrocht. Het wemelt hier van haaien, daarom zijn alle strandbaden met dik gaas afgerasterd. Een aantal spoorwegverbindingen vinden hier hun begin- en eindpunten. Portugese passagiersschepen doen regelmatig deze haven aan. Na een ver blijf van zes dagen, waarin verschi'lende autoriteiten het schip bezochten, gingen we weer op reis naar de eindbestemming: Lourengo Marques in Portugees Oost-Afrika, een afstand van 5.000 km. De Zuidpoolwinden deden zich van liever lede gelden en het werd kouder, s Nachts een deken, was nu geen weelde. Tevens kregen we zware zeegang, maar we draaiden gestadig door en trachtten nog voor Kerstmis binnen te lopen. Op 16 December hadden we het geluk walvissen te zien, die in de buurt van Kaap de Goede Hoop meer voorkomen. Waterfonteinen spoten hoog de lucht in. 17 December draaiden we rond de Kaap en waren we in de Indische Oceaan. We voeren dicht langs de kust en zagen het vrucht bare land van Zuid-Afrika. Hier passeerden wij Port Elizabeth en Dur ban moderne steden, met goede havens. Hoe meer we het einddoel na derden, des te ruwer werd de zee, daarom gingen we verder zee in, weg van de gevaarlijke rotsen. De regen en wind maakten dit laatste ge deelte van de reis minder prettig. 24 December, om twee uur in de na middag, voeren we de baai in. Nog drie uur en we zouden op de plaats van bestemming zijn. Lourenco Marques heeft een druk scheepverkeer. Havens heeft het echter niet. Alle opslagplaatsen en kranen staan langs de rivier Matola. Deze rivier en de baai op diepte houden, zal het werk van het nieuwe schip worden. De stad zelf is heel mooi gelegen; de oude stad ligt meer aan de rivier, het nieuwe gedeelte op de bergen. In de stad wonen 20.000 Portugezen en 300.000 negers. De temperatuur is er vrij warm. Het is een badplaats, waar vele Zuid-Afrikaners dan ook hun vacantie komen doorbrengen. Na een verblijf van twee maanden van varen en werken met het schip, werd de terugreis naar Holland aanvaard. Deze reis ging over Johannes burg. Door de vriendelijke zorgen van een kennis, die bij Johannesburg woont, had ik de gelegenheid iets van het mooie Zuid-Afrika te zien. Op 17 Maart startte de „Beatrix" van de K.L.M. en in slechts 27 uur was ik in Amsterdam. Weer een reis ten einde. Zeer prettig was de samenwerking met de Portugezen. Wij vertrouwen, dat ook dit schip, een product van de I.H.C. Holland, aan de gestelde verwachtingen zal voldoen- KI. v. Dillen (J. K. Smit). 66

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1953 | | pagina 6