de beide valbokken en de speciale bok hangen. De zuigmond steekt dan
nog acht meter voor de boeg van het schip uit. De verlengde zuigbuis
bestaat feitelijk uit twee zuigpijpen, welke door een flexibele koppeling
aan elkaar zijn bevestigd.
Het valt te begrijpen, dat de beproevingen van dit werktuig, met zijn
vele mogelijkheden, uitgebreid zijn geweest, te weten:
Volzuigen met gewone zuigbuis, snelheid varen met geladen schip en
volzuigen met de „diepzee-zuigbuis". Voorts een stabiliteitsproef.
Het is voor een ieder, die meewerkte aan het ontwerp, de constructie en
bouw van de „Sansu", een grote voldoening geweest, dat al de beproe
vingen zeer geslaagd waren en vlot verliepen.
Na de beproevingen is het schip gereed gemaakt voor vertrek. Binnen
kort zal begonnen worden met de „diepzee"-zuigerij.
Tijdens de meeste proeftochten waren officiële genodigden uit Denemar
ken (Scheepvaartinspectie en Waterstaat), aanwezig. De overdracht aan
de eigenaar heeft plaatsgevonden op 22 Mei 1953 met een korte plechtig
heid op het sloependek in tegenwoordigheid van enkele genodigden. Op
28 Mei is de „Sansu" vertrokken.
Tot slot enkele gegevens:
lengte 60 meter, breedte 11 meter, holte 5.30 meter, diepgang geladen
4.80 meter, snelheid ruim 10 knoop, machine-vermogen 1.260 apk, klasse
Bureau Veritas.
Over de naam „Sansu" wat Deens voor „zandzuigen" schijnt te zijn
kunnen wij nog opmerken dat het schip gebouwd werd onder de
naam „Susan" en te water gelaten onder de naam „Suzan" met een Z,
daar in de Deense scheepsregisters al een „Susan" voorkwam. Ook de
naam „Suzan" werd later afgekeurd, daar hij te veel op de vorige naam
leek. Als noodsprong werd toen „Sansu" gekozen; overigens een goede
vondst.