KIJKJE OVER BUURMAN's SCHUniNG
■eoNicus
Bij L.S.Z. lezen wij dat het in Londen voor bankbedienden „onwelvoege-
lijk" geacht wordt om iets anders te dragen dan een bolhoed. Zij dragen
dan ook niet anders! Nu ligt onze dagelijkse werkzaamheid in een heel
andere sfeer dan die van boekhouders en bankbedienden en de bankreke
ning. die wij hebben, is nauwelijks een jong kleutertje onder de bank
rekeningen. Maar één ding weten wij zeker: Het wordt in Den Haag voor
een bankbediende uiterst welvoegelijk geacht en dat is niet teveel
gezegd om wel (nog) iets anders dan een bolhoed te dragen.
Vreemd, heel vreemd vonden wij een betoog in het „Conrad-Stork' -
nieuws over het spaarpotje voor winstaandelen. Hier wordt gesproken
over procenten in het potje, procenten die uitbetaald worden en procenten
die gereserveerd moeten worden. Procenten is wel een rekbaar begrip!
Als ik tien procent heb van duizend gulden en U twintig procent van
honderd gulden, dan hebt U meer procenten, maar ik meer centen. De
kwestie is dus: procenten waarvan, Conrad-Stork?
De Redactie van het nieuws van K. Smit geeft de afgelopen zomer,
(zomer, zeiden wij!) een trap achterna door een gedicht over vacantie te
plaatsen. Nu wij dit stukje schrijven plenst een herfstige slagregen tegen
de ramen. Wij lezen ,,'t Is zon en zomer overal!" Wij grommen: „Brrr.
Zeker overal in Kinderdijk. Overal waar wij niet zijn!"
Des te meer plezier doet het ons om in een gedicht van de uit zijn
vacantie als herboren opgestane Sliedrechtse dichter Gédégé te lezen dat
men aldaar het bestuur van de personeelsvereniging in deze maanden niet
in zijn hempie laat staan. Goedgekleed zullen die lieden in de komende
maanden talloze feestelijke gelegenheden opluisteren met hun aanwezig
heid. Heel wat anders dan die Londense bankbedienden!
De leerlingen van Verschure gaan naar een fabriek om de fabricage van
schoenen met stalen neuzen te zien. Als buitenstaanders nemen wij aan
dat dit veiligheidsschoenen zijn, maar wij hebben ons afgevraagd of hier
niet een soort voetbalschoenen bedoeld kon worden. Onze speelse ver
beelding tovert ons schoenen voor de ogen met neuzen uit allerlei soorten
materiaal. Nylon, plastic, mangaanstaal, leer.
In een stuk geladen proza beschrijft de Gusto-redacteur ons het omver
halen van de (voormalige) grote fabrieksschoorsteen van deze werf. „Een
rustige kerel bracht zijn dolzinnig plan ten uitvoer" (dat was de sloper,
voelt U?) Doffe hamerslagen, vallend gesteente, wolken kalk, steenstof
en roet. Uit de puinhoop kwam een kraalogige rat te voorschijn. Nèt n
sprookje uit onze kinderjaren.
120