„ECKERO" OF l'KOKFVAARÏ
(C.O. 205)
Zo'n proeftocht is wel aardig, maar er moest geen (vriendelijk) verzoek
aankleven om wat copy voor Het Zeskant.
Overigens, je bent een schrijver of je bent het niet, dus steken we maar
van wal (nu nog figuurlijk).
De nacht, voorafgaande aan de dag (dat is als regel zo), maar om duide
lijker te zijn, de nacht, voorafgaande aan de 13de October 1953, was niet
onverdeeld rustig. Je begint 's avonds om de wekker te stellen. Als die
dan volgens de berekeningen om precies kwart voor vijf zal aflopen, ga
je rustig slapen. Tenminste, dat is de bedoeling, maar er komt niets van,
hoor. Klaas Vaak blijft lekker wat om je bed heenspringen, maar geeft je
niet de slaap waaraan je juist nu zo'n behoefte hebt.
Zo af en toe dommel je wat in, vliegt dan weer overeind om te kijken
hoe laat het is en ziet ondanks dat alles toch nog kans om je twintig minu
ten te verslapen. Zodoende is het nog haasten om op tijd bij 't kantoor
te zijn, vanwaar we om kwart voor zes naar Rotterdam zouden vertrek
ken. Aldus geschiedde. Tijdens de rit naar Rotterdam heb ik stiekum zit
ten lachen, want er waren er meer, die niet te best geslapen hadden.
Natuurlijk ook bang het feestje te zullen missen.
Om kwart over zes arriveerden we aan de Parkkade, waar de ,,Eckerö
in vol ornaat gereed lag.
Een beetje voorzichtig aan boord gegaan vanwege de verse verf. Tot
ongeveer zeven uur was het een komen van genodigden, waaronder ook
het zonnetje en dat nog wel ongenood.
Even over zeven waren we „los", staken nu dus letterlijk van wal.
Wat er varende van Rotterdam naar Hoek van Holland zoal te zien is,
weten practisch alle lezers, zodat ik U daarmee niet hoef te vermoeien.
123