„CALTEX PADANG" ging op proefvaart ""itr C.O. 290 Een klein beetje voelden we ons als vreemde eenden in de bijt toen we Dinsdagochtend, even na het middernachtelijk uur, aan boord van de CALTEX PADANG stapten. Gisteren waren de kompassen gesteld en vandaag, 19 Januari, zou een aanvang met de beproevingen gemaakt wor den. Als het tegen acht uur loopt, komt er een sleepboot van de Rode dienst langszij; juist voor wij afvaren legt hij nog even voor de aardigheid ons achterschip in een rookgordijn. Even 8 uur snerpt het fluitje van de loods, de trossen gaan los, en lang zaam verwijdert onze diepgeladen tanker zich van de Parkkade. Even voor Maassluis bevindt zich de gemeten mijl en volgens het pro gramma moet dit stuk twaalf keren gevaren worden om de juiste snelheid van het schip te meten. Er wordt heen en weer gebeld tussen brug en motorkamer; boven op de brug komt meer leven, de chronometers worden uit etui en zakjes gehaald. Bij het passeren van het eerste baken worden ze ingedrukt; aan het eind van de mijl herhaalt men deze handeling. Ja, wel aardig dat mijlvaren. Op het laatst zelfs zo aardig, dat we bij de elfde keer tegen elkaar zeiden: „Nog maar eentje gelukkig!" Nu, ja, tussen die eerste en twaalfde hebben we ook een dik uur ver plichte rust gehad, doordat de olietoevoer naar de motoren haperde en dientengevolge de motoren het vertikten. Tevoren moest men in de motor kamer met handen en voeten met elkaar spreken om elkaar iets te vertellen. Des te vreemder was het met die rust. Toch werkten de monteurs op volle toeren, om zo gauw mogelijk het euvel te verhelpen, en hoera, een uurtje later hoorden we weer het geronk van de twee motoren. Er werd besloten, nu we toch voor anker lagen, gelijk de ankerproeven te nemen en dus concentreerde de aandacht zich op het bakdek bij de ankerlier. Nadat deze proef geslaagd was, (zie tekening) werd de heen- en-weerdienst op de mijl hervat, tot omstreeks vier uur ook deze proef achter de rug was. Nu werd koers gezet naar Hoek van Holland. In de motorkamer, waar men zo af en toe beslist heen moest om weer wat op temperatuur te komen, heerste een algemene bedrijvigheid met 15

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1954 | | pagina 3