HET ZESKANT BIJ DE VOORPAGINA DOET EEN CHEF HET OOIT GOED? PERSONEELSORGAAN VAN I H C H O L L A N D ACHTSTE JAARGANG Nr 6 JUNI 1954 VERSCHIJNT MAANDELIJKS Redactieadres: DEN HAAG VERLENGDE TOLWEG 2 INHOUDAlgemeen gedeelte Doet een chef het ooit goed 62 Vacantie 63, 64 De Fotowedstrijd 65 Nieuws over de Fotowedstrijd 66 Folklore 66 Hydrauliek 67, 71 Een paar Fototips 68 Tewaterlating z.z. „Dalnevostochni" C.O. 301 70 Kijkje over buurraan's schutting 72 Alle rechten voorbehouden Kamelen zijn dieren, die de beschouwer al direct voor een hoop problemen plaatsen. Gaat U maar naMoet je zeggen de ka meel of het kameel En wat is nu eigenlijk het verschil met een dromedaris? Het zit 'm in het aantal bulten, maar vrijwel geen mens weet uit z'n hoofd hoe of wat. Als de in lichtingen. die wij hebben, juist zijn, staat op de bekende Camel-sigaretten geen kameel, maar een dromedaris. Het is ons niet bekend of de foto op onze voorpagina nu van een kameel of een dromedaris is. Je kunt de bulten immers toch niet zien. En wat je niet zien kunt, hindert niets. Tussen haakjest onze voorraad dierenfoto's voor de voorpagina is nu uitgeput. Wie heeft er nog? Dit blad is het personeelsorgaan van de Industrieele Handelsorganisatie Holland, gevestigd in Den Haag. Het verschijnt iedere maand op de le Vrijdag na de vijftiende. Uitreiking aan personeelsleden van de in I.H.C. HOLLAND verenig de bedrijven vindt gratis plaats. De in houd is beschermd krachtens de Auteurs wet. Redactie: C. H. van Looij, hoofd redacteur. Firma-redacteuren: A. H. W. Pellen (Conrad-Stork)M. W. Hellemons (Werf Gusto), C. v. d. Wiel (De Klop), B. v. Duinen (J. K. Smiti), J. Koutstaal (L. Smit Zoon) en Th. v. d. Wijden Verschure) „Als hij grappig is, is hij te familiair. Als hij ernstig is, is hij een zuurpruim. Als hij jong is, weet hij het natuurlijk niet. Als hij te oud is, is hij een oude sok. Als hij met iedereen praat, is hij een klets meier. Als hij het niet doet, voelt hij zich te hoog. Als hij mensen op grond van prestatie en bekwaamheid promotie laat maken, kent hij zijn mensen niet. Als hij zijn mensen kent, kiest hij „vriendjes". Als hij er op staat, dat men zich aan de voorschriften houdt; is hij te lastig. Als hij het niet doet, is hij een slappe vent. Als hij verlangt, dat zijn mensen hun plicht doen, is hij een uitslover. Als hij het niet doet, krijgt hij van zijn baas te horen, dat hij te veel aan de kant van zijn personeel staat. Als hij zijn ogen de kost geeft, is hij een spion. Als hij het niet doet, maakt hij het zich te gemakkelijk. Wil hij alle klachten voorkomen, dan moet hij bezitten: De wijsheid van Salomo, het geduld van Job, de huid van een olifant, de slimheid van een vos en de moed van een leeuw. Als hij er over gaat piekeren, wordt hij gek. Slaat hij dan altijd de plank mis? Zeer zeker niet. Er zijn heel wat chefs, die de juiste koers weten te vinden. Overgenomen uit De Chr. Politieambtenaar Zeeuwsch Dagblad. 62

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1954 | | pagina 2