II in de rugzak niet te veel of te weinig meeneemt. U moet alles gedurende Uw hele tocht zelf dragen, dus te veel meenemen vergt te veel van Uw krachten. Wat U als minimum bij U moet hebben, behalve bovengenoemde kleding en Uw persoonlijke zaken, is het volgende: Een paar lichte schoenen (gymschoenen bijv.) voor in, de berghutten; wat verbandmiddelen en vooral een stevige zwachtel om verzwikte enkels te omwikkelen, voetpoeder, (verzorg Uw voeten goed!); verder wat voed sel als suikerklontjes, een doos boter; thee en kaas, wat U in Holland reeds kunt kopen. Voordat U de bergen intrekt, kunt U dan brood kopen en wat worst of spek. Alle levensmiddelen die U in de berghutten koopt, zijn iets duurder dan in het dal, wegens het vervoer omhoog. Soms moet de waard dit op zijn rug naar boven dragen! Het warme eten in de hutten is niet zo duur 1,tot 1,25). U zult er moeten kiezen uit een klein menu. Voor de broodmaaltijden zorgt U zelf als U alles daarvoor hebt meegenomen. Heet water voor de thee is tegen kleine vergoeding verkrijgbaar. Serviesgoed krijgt U ook. Alleen voor een flink mes voor 'het brood snijden kunt U beter zelf zorgen. Het slapen in een berghut is ook niet duur. Kamers voor 2, 3, 4 of meer personen met kribben ƒ2,40 per nacht) zijn niet altijd beschikbaar, maar er zijn slaapzalen (M'atrasenlager) waar U terecht kunt tegen be langrijk lagere prijzen. Stromend water en electrisch licht zijn niet altijd aanwezig. Vanuit elke hut zijn prachtige tochten te maken. Deze gaan langs ge markeerde wegen. Om de zoveel meter vindt U op Uw tocht een rode verfstreek (Markierung) welke U naar Uw doel leidt over vaak moeiHke, maar betrouwbare wegen. Wijk niet van deze paden af, want dan kunnen er ongelukken gebeuren en vergeet niet de „Hüttenwirt" te polsen over de tocht welke U denkt te maken. Vaak kan hij U bijzonderheden vertellen over de tocht. Maak nooit een tocht in „het wilde weg" en laat de edelweiss staan. Deze mooie bloemen staan op de gevaarlijkste plaatsen en veroorzaken zo zeer veel ernstige ongelukken. Gaat U een tocht maken, vertrek dan bij zonsopgang. U kunt dan op het heetst van de dag gaan rusten en U hoeft U niet te haasten om voor donker binnen te zijn. Denk er steeds aan, dat U niet op vlak land loopt en dus Uw snelheid aan het terrein aan moet passen. Rustig en langzaam lopen voorkomt oververmoeidheid. Vergeet vooral niet een goede kaart mee te nemen. Op deze kaart zijn de gemarkeerde paden ook aangegeven en wel de zomermarkering met een rode en de wintermarkering met een blauwe stippellijn (goede kaarten zijn de van Greytag Berndt, dit zijn overdrukken van militaire kaarten, de sneeuwvelden zijn kleiner dan op de kaart aangegeven). Een trektocht van 14 dagen uit en thuis langs de hutten, de reis Holland- Innsbruck retour met zakgeld inbegrepen, kostte mij 200,met welk geld ik ruim ben rondgekomen. Wel raad ik U aan extra geld mee te nemen. U weet nooit, wat er onderweg kan gebeuren. Dit extra geld kunt U dan na de reis weer op Uw spaarbankboekje terugstorten. Ik ben steeds bereid ieder die nadere inlichtingen over de bergsport wenst, zoveel in mijn vermogen ligt, te helpen met alle inlichtingen. U een prettige vacantie toewensend, eindig ik met de oude groet uit de Tiroolse bergen Grüsz Gott W. v. W. (Gusto) 64

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1954 | | pagina 4