^Vacantie
Vacantie! Wij herinneren ons nog wel van vroeger, toen we nog op school
waren, wat een toverwoord „vacantie" was. Voor sommigen is dat wat
langer geleden dan voor anderen, doch voor ons allen heeft het begrip
nog een grote bekoring behouden. Maar wat doen wij met deze vacantie?
Voor de een betekent het, dat hij een verre reis kan maken, voor de-
ander, dat hij zich kan wijden aan zijn liefhebberijen, maar voor allen
beduidt het, dat wij ons lichamelijk en geestelijk eens helemaal kunnen
ontspannen en genieten van een welverdiende rust.
Er zijn mensen, die van vacantie een probleem maken. Zij gaan weken,
ja, maanden van te voren piekeren, zij gaan ingespannen zitten rekenen,
om dan dikwijls tot de slotsom te komen dat er van vacantie weer
niets zal komen. Die mensen menen, dat een werkelijke vacantie nu een
maal gebonden is aan de voorwaarde, over een welgevulde portemonnaie
te kunnen beschikken. Ach, als dat werkelijk zo is, wordt het maken van
vacantieplannen natuurlijk wel eens eenvoudiger. Maar nodig is het niet.
Het moet van ons zelf komen. Het gaat erom, dat wij ons eens volkomen
losmaken uit de dagelijkse gang der dingen, dat we ons eens helemaal vrij
voelen en niet gebonden aan plaats of tijd. Pas dan hebben we echt
vacantie.
Er was eens een Chinees, die een boekje schreef over de gelukkigste
ogenblikken van zijn leven. En toen hij er zo op terugzag, bemerkte hij,
dat het juist de ogenblikken waren geweest, waarin hij voor een moment
de gewone dagelijkse zorgen vergat, en zich, even, helemaal vrij had ge
voeld. Het waren maar kleine voorvallen geweest een regenbui tijdens
grote droogte of een bloem, die in zijn tuintje openging maar dingen,
die even iets nieuws in zijn leven brachten en hem lieten zien, hoe mooi
het leven is. En bij die herinnering voelde hij zich weer gelukkig.
Zo moet het ook bij ons gaan. Ook wij moeten openstaan voor nieuwe
indrukken, ons openstellen voor al het mooie, dat de gewone dagelijkse
gang van zaken komt verbreken. En welke gelegenheid biedt daarvoor
niet de vacantie.
Denk nu niet, dat we hiervoor ver van huis moeten gaan of allerlei
buitengewone dingen moeten doen. Het komt er alleen maar op aan, dat
we ons zelf rust geven, en genieten van, ons „vrij zijn". En dat kan
ook vlak bij huis.
Lichamelijk moeten we uitrusten, om straks, als de plicht weer roept, des
te beter aan de arbeid te kunnen gaan. Maar, en dat is even belangrijk,
ook geestelijk uitgerust moeten we weer aan het werk gaan. Die vrije
dagen moeten ons frisse moed geven, een steun in onze dagelijkse beslom
meringen. En laten we dan bedenken, net als die chinees, dat het meestal
juist de kleine mooie dingen zijn, die ons daarbij kunnen helpen, mits we
er maar oog voor hebben.
We hoeven niet ver weg te gaan. Rustende aan de slootkant, kunnen we
ons overgeven aan de natuur, aan het spel van de zon, wind en wolken.
Die natuur is ook voor ons, als we haar maar willen zien. En regent het
eens, geen bezwaar. Een mooi boek kan ons helpen. Als we er maar even
„uit zijn met onze gedachten. Want daar komt het op aan. Wie vastbe
sloten is van zijn vacantie te genieten, en bereid is om zich heen te zien,
naar al het mooie dat het leven heeft te bieden, die komt straks volkomen
uitgerust en verfrist weer op het werk. En, de herinnering zal hem nog
lang bezig houden. Van hem kan men zeggen: hij heeft vancantie gehad!
86 (0)