FOTO VAN
OVERZEE
HET KOPPELEN VAN DE MACHINE
AAN DE SCHROEFAS
De meerderheid van onze lezers komt herhaaldelijk in aanraking met aller
lei baggermateriaal. Maar net als wij, zouden zij verbaasd hebben gestaan
als zij het hierboven afgebeelde geval te zien kregen.
Een gewone baggermolen, waarvan de emmers zoek lijken te zijn, doch
verder alles aan boord de indruk van normale activiteit geeft. Dit is de
„Loire" in Sfax, ten in 1909 door J. K. Smit gebouwd baggerwerktuig.
De oplossing van het probleem is echter vrij eenvoudig, want als U goed
kijkt, ziet U vooraan de scheepsromp een snijkop tevoorschijn komen.
Dat wijst natuurlijk op de aanwezigheid van een zuigbuis, zodat we hier
een combinatie baggermolen-snijkopzuiger te maken moeten hebben. Op
dit ogenblik is de emmerketting gedemonteerd en werkt de „Loire" als zuiger.
In vroeger jaren waren dergelijke, altijd ietwat vreemde combinaties meer
gebruikelijk dan nu. Dat het werktuig nog steeds dienst doet, is wel een
compliment aan haar bouwers waard.
Als de machine een niet te hoog aantal omwentelingen maakt ten opzichte
van de schroef, wordt zij direct aan de schroefas gekoppeld. Bij snel
lopende motoren en scheepsturbines is een directe aandrijving niet moge
lijk, omdat men de schroef niet zo kan construeren, dat het schip door
de schroef zou worden voortbewogen. De schroef slaat eenvoudig „een
gat" in het water, waarin deze als dol ronddraait. Het water moet ge
legenheid krijgen om toe te vloeien, wat bij te hoge omtreksnelheid niet
mogelijk is. Men schakelt dan
tussen het hoofdwerktuig en de schro«ioioanan)>a9_
schroefas-leiding een tandrad
overbrenging, welke het aantal
omwentelingen zodanig redu
ceert, dat een goed nuttig ef
fect van de schroef verzekerd
is. In de meeste gevallen laat
men dan twee rondsels met
één tandwiel samenwerken waardoor men twee of ook wel vier motoren (resp.
turbines) kan koppelen met de schroefas (zie fig. 2). Op deze manier ontstaat ook
de mogelijkheid het vermogen te verdelen over een groter aantal cilinders (of
Tandwielkast.
94