ZELFVARENDE BAGGERMOLENS VAREN PROEF Een zelfvarende baggermolen is een niet veel voorkomend baggerwerk- tuig. Verder kan men daarin onderscheid maken tussen molens met de emmerladder en de schroeven aan hetzelfde scheepseinde en molens welke de schroef aan de andere pontonkant als de emmerladder hebben. Bij de eerste categorie vindt men meestal 2 schroeven, n-1. in elke pontonhelft naast de ladderbun één, en achter elke schroef een roer. Het andere pontoneind (varend dus het voorschip) heeft werkelijk een scheepsvorm, met voorsteven, ankerkluizen, enz. Plaatst men de schroef (schroeven) aan het einde waar niet de bun ge maakt is, dan vaart de molen dus met ladder en bun naar voren. De pontondelen naast de bun hebben dan een min of meer afgeronde vorm teneinde nog een redelijk voorschip te verkrijgen- Om ongunstige weer standen te vermijden zorgt men er meestal voor, dat in varende toestand de emmers niet door het water sleuren. Hiertoe moet de ladderlierbok hoog uitgevoerd worden, zodat de ladder hoog opgehaald kan worden. Verder doen een of twee oprijassen onder de emmers nog dienst om de emmerbocht minder te laten doorhangen- De uitvoering met schroef achter (nu dus zowel varend als baggerend) geeft een eenvoudiger geheel. Het schip zal dus goedkoper zijn dan de zelfvarende molen met schroeven naast de bun. Evenwel bezit deze uitvoering betere vaareigenschappen, voornamelijk door het beter gevormde voorschip en betere watertoevoer naar de schroeven. Immers het achterschip van de molen met schroeven achter is erg breed en plat, waardoor watertoevoer naar de schroef1 en stuureigenschappen te lijden hebben. Door toepassen van een schroef in een tunnel is hieraan weer veel te winnen. Van de vertegenwoordigers van -het type met een schroef achter werden onlangs twee beproefd. Beide bij dezelfde vennoot, J. 6 K. Smit gebouwd, hebben één maand na elkaar proefgevaren. De eerste was de „Governador Dornelles C.O. 267 voor Brazilië, beschrijving in het Zeskant van Februari 1954. Bijgaande foto toont U de molen met 6 knoop snelheid. De andere molen was de „Adur" C.O. 300, gebouwd voor Engeland. Bij 99

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1954 | | pagina 3