ven voor het leveren van de twee snijkopzuigers „Langkuas" en „Selajar"
voor Billiton en Singkep. De afleverinq van de zuigers zou dienen te ge
schieden omstreeks Januari 1955. De „Langkuas" zal worden tewerkgesteld
op het eiland Billiton, de „Selajar" op Singkep. De zuigers zullen naar
Indonesië worden gesleept door L. Smit Co's Internationale Sleepdienst.
Deze zuigers zijn nu op 26 Augustus 1954 tewatergelaten bij J. en K.
Smit. Het zijn Diesel-electrische snijkopzuigers, hoofdafmetingen: 38xllx
3.60 meter. De zuigers worden gebouwd onder speciaal toezicht van
Bureau Veritas.
Het zal de taak van de „Langkuas" en de „Selajar" worden om bij de
tinwinning de niet—erts-houdende bovenste grondlagen de z.g. steriele
lagen te verwijderen en via haar drijvende en walpersleiding weg te
persen, waarna de tinbaggermolens hun taak in de tinhoudende gronden
kunnen aanvangen. Beide zuigers zijn uitgerust met drie 8-cylinder Diesel
generator-sets van 400 pk elk voor het opwekken van de electrische
energie voor het aandrijven van baggerpomp, snijkop, lieren en loopkraan-
Voor pomp en lieren wordt daarbij gebruik gemaakt van gelijkstroommo
toren: voor de overige werktuigen en verlichting daarentegen van draai
stroom.
In de pompkamer zijn twee 500 mm baggerpompen opgesteld, waarvan er
een als reserve dienst doet. De pompmotoren staan in de machinekamer,
die door een waterdicht schot van de pompkamer gescheiden is. Bij het
ontwerp van het schip is voldaan aan de eis van de afnemer, dat ook als
de pompkamer onverhoopt onder water mocht lopen, de stabiliteit niet in
gevaar komt. Over de gehele lengte van het dekhuis en bovendien in de
bovenbouw, voorzover die zich boven het dek uitstrekt, zal een electrische
loopkraan kunnen rijden met een maximum hijsvermogen van 7,5 ton, ge
schikt voor het hijsen van zware eenheden, zoals pompmotor, snijkopmotor,
lieronderdelen, zodat demontages gemakkelijk en met eigen middelen kun
nen worden uitgevoerd.
Voor baggerwerktuigen van dit type is dit niet algemeen gebruikelijk, maar
de Billiton Maatschappij wenste bij de exploitatie van deze zuigers stop
uren tot een minimum te beperken. Mede daarom beschikken de „Lang
kuas" en „Selajar" over twee pompinstallaties. Bij uitvallen van de ene
pomp kan de andere binnen enkele minuten in bedrijf gebracht worden.
Om de zuigers in. staat te stellen zich al baggerend voorwaarts te bewe
gen zijn twee vaste spuds aan het achterschip aangebracht, zoals voor
snijkopzuigers gebruikelijk. Dezelfde spuds kunnen ook verplaatst worden
naar halverwege de zijkanten van de zuigers aan weerszijden één
voor het baggeren van smalle kanalen.
Voor het werken in open zee zullen de zuigers bovendien op „draden"
kunnen werken, zodat het schip zich al baggerend kan verplaatsen door
het beurtelings vieren en inhalen van de kabels. Voor dit doel zijn dan ook
twee electrische viertrommellieren op het voorschip geplaatst.
Bij beide zuigers zullen een drijvende leiding van 250 meter en een wal
persleiding van 300 meter lengte worden medegeleverd. Deze worden even
eens vervaardigd door de I.H.C. Holland en wel door L.S.Z.
112