Wanneer dit artikel in het Zeskant verschijnt, is het half November. Nog een paar weken en Sint Nicolaas verschijnt weer in ons midden (misschien is hij er al) met al zijn goede gaven en geschenken. Sint Nicolaas, de grote kindervriend; symbool van goedheid en mildheid! Zeker, Piet de knecht heeft de roe bij zich en de zak, waar de stoute kinderen in gaan, maar we hebben toch nog nooit na het bezoek van de Sint een van de kinderen gemist, 't Liep altijd nogal goed af. En ten slotte zijn die roe en die zak de attributen van Zwarte Piet en niet van de Sint zelf. We gaan nu langzamerhand Sint Nicolaas weer een handje helpen. De man is al zo oud, nietwaar? En hij is niet meer zo fit als in zijn jonge jaren. We kunnen eerlijk niet van hem verlangen, dat hij alles zélf doet. En daar om helpen we hem wat. We zijn aan het piekeren, waarmee we een ander gelukkig kunnen maken. We gaan een ander iets geven. De een is thuis op zolder aan het knutselen aan een stuk speelgoed voor zoonlief; de ander blijft voor elke winkel staan op zoek naar een cadeautje voor moeder de vrouw. En de kinderen (de groteren althans) doen geheim zinnig. „Ik maak voor Vader dit„Ik heb voor Moeder iets leuks!" En als vader of moeder dan plotseling binnenkomen, verstomt het gesprek en doen ze, of ze het over het weer hadden. De kleineren, die heel vast en zeker weten, dat Sint Nicolaas bestaat, omdat ze hem zélf in de een of andere winkel hebben gezien, zijn opgewonden en tellen af, hoeveel nach ten het nog slapen is, vóórdat de grote avond komt. Laten we ons even bezinnen op de achtergrond van het Sint Nicolaasfeest. Sint Nicolaas dat weten we allemaal was een groot kindervriend. Hij was zó op de kinderen gesteld, dat hij steeds ter gelegenheid van zijn ver jaardag aan de kinderen cadeautjes gaf, want alleen dan was hij er zeker van op zijn verjaardag blijde kindergezichten te zien, hetgeen voor hem nodig was om zijn verjaardag tot een feestdag te maken. Dat het Sint Nicolaasfeest thans na zoveel eeuwen nog bestaat, is niet alleen een gelukkig, maar ook een logisch verschijnsel. Logisch? Ja zeker, want er is niets ter wereld, dat voor een vader of moeder meer waarde heeft dan het blijde en stralende gezicht van het kind! We geven dus; we geven aan de kinderen en aan elkaar. Maar daar staat tegenover, dat we ook ontvangen, n.l. de dankbaarheid van degene, die het geschenk krijgt. Als we zien, met hoeveel vreugde een cadeautje ontvangen wordt, dan komt er ook vreugde in het eigen hart. De vreugde van het geven. Moest het eigenlijk niet iedere dag Sint Nicolaasfeest zijn? En nu bedoelen (0) 133

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1954 | | pagina 7