Deze weg moest de frais doorlopen als de kotterspindel lx gedraaid
was, zodat deze beweging sterk vertraagd diende te worden.
Hiertoe werkt een planeet-aandrijving tegen het vlaksupport L gebouwd
(vertraging 1 60), zie schets (H.I.J.K.); hiervan hebben wij de wielen
van celleron uitgevoerd e.e.a. met het oog op vreten op de spindel G.
Vervolgens werd de axiale voeding der spindel G gedemonteerd, waardoor
deze dus vrij in axiale richting te bewegen was.
Hieronder volgt de berekening. Vlakdraaisupport draait met 2,6 omwen
teling per min. Vertragingsplaneetwielen 1 60. Omwentelingen spindel
G dus 1/60 x 2,6 0,0433 per min.
Hieruit kan dus weer de voeding der frais gevonden worden; deze is dus
0,0433 x 794 35 mm. per minuut over de uitgeslagen spoedlijn.
Het toerental van de fraishouder was zoals gezegd x 750 445
toeren per minuut, zodat de aanzet per tand (gefraisd werd met een twee
snijder) 445 0,04 mm. was.
Zoals op de schets is te zien wordt het wiel H geblokkeerd door de tegen-
houder M hetgeen nodig is, daar dit wiel dient voor de aandrijving van
J en I.
De lunettebus Q hebben wij tussen de kragen van de lunette O 1 mm.
ruimte gegeven, zodat met 2 drukstukjes (aan beide kanten van de lunette)
deze axiale richting nog iets te verschuiven was.
Het eigenlijke fraisen werd zowel in heen- als in teruggaande richting
uitgevoerd, zodat dan flank voor flank werd bewerkt.
T.b.v. de chefs der verschillende tekenkamers wilde ik gaarne opmerken,
dat het bestaande gereedschap is geconstrueerd voor 5-voudige draden met
een spoed van 60 en 130 mm., terwijl de grootste middellijn van de frais
houder B 225 mm. is.
Indien hiervan af wordt geweken, betekent dit weer extra kosten voor een
nieuwe spindel A en moer B, hetgeen bij toepassing van de reeds uitge
voerde draden vermeden kan worden.
Tot slot nog een woord van dank aan die werkers welke hebben meege
holpen aan het slagen van dit experiment.
W. Smit (Verschure)
141