Zoals we in Het Zeskant lazen,
Zit de Directie hard te blazen.
Dit zijn nu eens geen holle phrasen;
Wij gaan dus op ideeën azen.
Laat goed in je geheugen krassen,
Hoe ik dit varkentje ga wassen.
We stoppen dus met klaverjassen
En gaan nu op ideeën vlassen.
Ik laat U eerst eens even weten,
Dat ik bankwerker wordt geheten
En daarvan ook mijn brood moet eten;
Dus heb ik vele hartekreten.
Als bankwerker dus in de dop
Neem ik de M.B. bij de kop.
U komt daar binnen zonder klop!
Doe dit kijk rechts en zeg dan: „Stop"
Daar aan de muur staan werkbanken,
Die zichtbaar om vernieuwing janken;
Een heel stel gammele beddeplanken!
Een ieder zou er voor bedanken.
En hierop staan in lange rij
De bankschroeven knus zij aan zij
Een bankschroef heet dat? Wat zei jij?
Oud roest voor d'ijzergieterij!
Kijk nu naar boven, naar de lampen,
Die stoer de tand des tijds bekampen.
Het licht bezorgt je oogspierkrampen.
Je zou ze zo de grond in stampen.
Kijk nu eens tussen de profielen;
Daar rijden trekschuiten op wielen.
Als die eens naar beneden vielen!
Ideeënbus; redt onze zielen!
Loop nu wat door; U komt misschien
Bij 'n hand-, trap-, duwen-naaimachien.
Pinkt U een traan weg, tante Sien?
Zon spiebaanfraisbank; Nooit gezien!
