Bij d' achterdeur staat, heel verveeld, Een waterpers „der niemahls fehlt"; Geen wonder! Ons is meegedeeld, Dat Ceasar er mee heeft gespeeld! En buiten staat een pracht W.C. Wie de lucht ruikt, wordt al wee. Ga er eens zitten, heel gedwee, Anders zak je in de blubberzee. Een cantine, gezellig en met groen, Daar kan M.B. niet veel aan doen. En als 't een kwestie is van poen, Dan ga 'k cantineloos met pensioen. Zo, dat is dat; ik stop er mee; Nu jullie boys, vooruit, allée! Laat d' Ideeënbus geen honger lijden En voor betere spullen strijden. De ideeën liggen voor het scheppen; Laat ieder zich ter vulpen reppen. Maar doe mij dan een groot pleizier, Blijf af van mijn ideeënslier. Het zijn er nu een stuk of acht, Waar ik octrooirecht op verwacht. Het idee met nummer „Negen Is: OM DIT GEDICHT TOT OPNEMING IN HET ZESKANT TE BEWEGEN. De Zoon van Ironicus. NOOT VAN DE REDACTIE. Wij menen er de Zoon van Ironicus op te moeten wijzen, dat het boven staande, bij de Ideeënbus-Commissie ingezonden „dichtwerk" geen „ideeën" inhoudt, maar slechts een beetje „gekanker", dat, gezien de ondertekening, waarschijnlijk niet zo kwaad bedoeld is. Maar om een premie te verdienen, zal hij toch met concrete voorstellen en niet met vaagheden op de proppen moeten komen. 12 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1955 | | pagina 12