kenden we na de bevrijding, dus tien jaar geleden. Toen werd er ook niet op de kwaliteit gelet. Er was toen zo'n grote vraag naar producten, dat de kwaliteit in het gedrang kwam. Want Nederland moest exporteren, wilde het in leven blijven. En de klant was in die dagen niet kieskeurig. Maar in de loop van de jaren is dat veranderd. De klant is weer koning en deze koning eist ook een koninklijke kwaliteit! Kwantiteit is troef geweest! Thans is kwaliteit troef! Men spreekt tegenwoordig veel over het opvoeren van de productiviteit, maar daarbij mag de kwaliteit van het product niet uit het oog worden verloren. Kwali teit is het kompas, waarop we moeten varen. Zie naar Zwitserland, dat zijn tijd heeft begrepen en steeds een kwaliteitsproduct op de markt heeft gebracht. Nederland zal diezelfde weg moeten gaan. De weg is lang en moeilijk, maar er is geen andere keus. En iedere Nederlander zal aan het gaan van die weg moeten medewerken. Maar hoe? In de eerste plaats, door het hem opgedragen werk zo goed mogelijk te doen. Ieder op de plaats, die hij in de maatschappij en in een bedrijf in neemt. De draaier moet zijn werkstukken onberispelijk maken: de maga zijnbediende moet alles goed opbergen, zodat het uitgeven van materiaal geen moeilijkheden oplevert. De loonadministrateur moet de lonen tijdig klaar hebben en de cantinejuffrouw of -baas moet goede koffie zetten. Iedereen moet meehelpen, we moeten elkaar helpen, we moeten met plezier werken. Zó ontstaat een goed product. En als we een goed product leve ren, kunnen we geld verd:enen, dat nodig is voor kleding, voor schoeisel, voor huisvesting enz., kortom voor alles, wat nodig is voor een goed leven. Maar we moeten nog meer doen. We moeten zorgen, dat het product, dat we leveren, ook goed blijft! Daarvoor hebben we ook in de toekomst vak bekwame mensen nodig. Laten we nog eens even naar Ouwe Jaap en Jonge Jaap kijken. Ouwe Jaap had nooit een vak geleerd, maar Jonge Jaap wel. Jonge Jaap is nu getrouwd en heeft kinderen; hij zal die kinderen zeker ook een vak laten leren, want hij weet, wat een goed vakman tegenwoordig waard is. Er zijn onder ons nog heel wat „Jonge Japen", die kinderen hebben, die binnen afzienbare tijd van de lagere of van de ambachtsschool komen. Zorg er voor, dat zij hun vak goed leren! Op de Leerschool van de Werf Gusto is nog plaats voor flinke jongens, die van aanpakken weten, die een vak wiüen leren, d'e mee willen bouwen aan de toekomst van het land. Zij zijn het, die in de toekomst het kwali teitsproduct zullen moeten maken. Neem ze mee naar de Werf en laat ze een vak leren. Nederland is een land, dat 10 millioen mensen moet voeden, kleden en hu'svesten; het kan dat alleen als wij dat mogelijk maken. Door ons kwali teitsproduct! Nu gemaakt door de jeugd van vroeger en in de toekomst door de jeugd van thans! 14 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1955 | | pagina 14