WIE DE SCHOEN PAST...
39. W. A. Scholte en J. Kurvers. Vereenvoudigde werkwijze voor het
invoeren van de kabel in de trommels van lieren. De Commissie
acht de voorgestelde werkwijze zeer goed; zij geeft een arbeidsbespa
ring niet alleen bij de nieuwbouw, maar evenzeer bij het onderhoud.
Deze werkwijze kan regelmatig worden toegepast en is zeer bruikbaar.
Premie: 50.
40. P. M. v. d. Horst. Verbetering van het overnemen van vloervormen
op de mallen. De Commissie ziet in de aanbevolen werkwijze geen
verbetering. In den regel worden voor het overnemen van de vloer
vormen roeden gebruikt, die telkenmale iets worden bijgebogen. Deze
werkwijze voldoet goed en de voorgestelde methode is zeker geen
verbetering.
Geen beloning.
41. A. de Weerdt. Het aanbrengen van een verbinding in de schakelkast,
waardoor het mogelijk wordt met een lasmachine niet alleen machi
naal, maar ook met de hand te lassen. De Commissie meent, dat
inzender zich grotendeels heeft bepaald tot de probleemstelling. Een
oplossing van de moeilijkheid geeft hij niet. Deze oplossing wordt in
feite gegeven door "W. Tromer, bij idee No. 43. De Commissie heeft
beide inzendingen in verband met elkaar bezien. Zij is nog niet
geheel overtuigd van de mogelijkheid van de door Tromer aanbe
volen oplossing en zal daarnaar nog een nader onderzoek instellen.
42. L. Kleiss. Verbetering van de rijbaan met takel in de zaagloods. De
voorgestelde wijziging is geen verbetering, omdat zij naar het oordeel
van de Commissie het euvel van slippen en schranken niet zal kunnen
voorkomen. Het euvel is reeds bij de bedrijfsleiding bekend en er zal
getracht worden een andere oplossing te vinden.
Aanmoedigingspremie: 10.
43. W. Tromer. Zie onder No. 41.
Er is op de Werf een plaats, waar ieder vrijwel dagelijks komt, ja móét
komen. Het is een plaats, die ik niet noemen zal, maar het is een menselijke
plaats. En de reden, waarom ik hem wel aanduiden wil, maar niet noem,
is een onmenselijke.
Als ik op die menselijke plaats kom, staar ik op een onmenselijk slecht
gedicht (nou ja, gedicht?) met vele, zeer vele taal- en stijlfouten. Er
komen in dat gedicht woorden voor, die de kindertjes van de schrijvers
klappen zouden opleveren, als ze ze gebruikten. Het „gedicht" is een
blamage voor de schrijvers! En ik zou er geringschattend m n smalle
kippenschouders over hebben opgehaald, ware het niet, dat mijn vak er bij
genoemd wordt. (Voelt U de hitte?) Ik zal wat bij-stoken. Het is een
dom, een hartverscheurend dom gedoe, mijn verf voor zoiets als onder
grond te gebruiken.
Neem de volgende gang naar de bedoelde plaats een stukje stuf mee, heren,
en haal het „gedicht" weg! Als ik iets crème verf, laat het dan crème
blijven. We gaan zo prat op de korte „ei" in onze „leiderstitel laten we
die hoog houden. Laat onze hand niet gaan klodderen en onze geest nog
veel minder!
Twee spreekwoorden zijn hier van toepassing: „Wie de schoen past
en „Een goed verstaanderJ- P- M.
62 (0)