Nadat vervolgens de loods was afgezet, lag het ruime sop voor ons, waar- van echter niet veel werd gezien, want het was nogal heiïg. Om kwart voor drie passeerden we de merkwaardige lijn die de scheiding aangeeft tussen het vuile, uitvloeiende rivierwater en het groenachtige zee water en die op de cm te zien was. Rustig varend, bereikten we tegen 6 uur de ankerplaats op de hoek van Noord-Beveland. 's Avonds, met moede leden van het lopen op een wiebelend schip en het kruipen door gaten en het op en af klimmen van trapjes, belandden we na veel hoofdgestoot en kniegeschaaf, op de derde verdieping het logies, waar de slaap het uiteindelijk won van het geraas van het havenaggregaat, zij het met behulp van watjes in de oren. Die watjes hadden we overigens Vrijdag ook nog nodig. Donderdag, 17 Maart. 19 Keren voeren we langs de gemeten mijl, die speciaal voor deze schepen door de 1HC werd uitgebakend. Een van de 4 meetpunten was de kerktoren van Wissekerke. De gemiddelde snelheid bleek ruim voldoende te zijn. Daar voor de nacht oostelijk van de gemeten mijl zou worden geankerd werd nog een 20e ronde gevaren, maar o wee, die laatste, die deed het nu juist. Op volle kracht varend, schoof het schip een onbekende zandbank op. Een geweldig geraas, een schok, en daarna was alles stil Binnen enkele seconden was iedereen aan dek. Na inspectie van de bodem, voor zover dat mogelijk was, werd binnen nergens water bespeurd. Mis schien zaten we wel op de Zeeuwse klei. Het echolood werkte goed, want dat stond precies op nul Tijdig voor hoog water slaagden de Zwitserse paarden erin, het schip vlot te draaien; de „IPIRANGA" lag weer rustig en vrij in haar element en zo werd de volgende dag afgewacht. Vrijdag, 18 Maart. De ankerproeven, stop- en manoeuvreerproeven waren aan de beurt en dan de schietproeven. Kolossaal, wat een klappen kan dat geschut geven. Het pak watten dat in de stuurhut was neergelegd was al gauw half leeg. Laten we hopen dat het schip slechts als sleepboot en bergingsvaartuig dienst zal doen en nooit zijn militaire uitrusting zal nodig hebben. Wanneer zes dezer schepen klaar zijn ligt het in de bedoeling ze tegelijk te laten vertrekken, na vooraf ten afscheid, achter elkaar en met vlaggen versierd, een demonstratie van z.g. admiraalvaren gegeven te hebben. A. de Gr. (LSZ).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1955 | | pagina 4