JUBILEUM C. J. MAAT
van geboorte een Rus. In de eerste wereldoorlog was hij ingedeeld bi] een
grenadiersregiment en werd begiftigd met de St. George-orde. Tijdens de
krijgsverrichtingen geraakte hij in Duitse krijgsgevangenschap; hij werd van
het ene kamp naar het andere overgebracht en kwam in 1917 in een kamp
te Ems terecht. Vandaar uit waagde hij een ontvluchtingspoging. Hij zwom
de rivier over en doolde enkele dagen in Nederland, zonder te weten, dat
hij in Nederland was. Via een boer, waar hij onderdak vroeg, viel hij in
handen van een veldwachter, die hem aan de militaire autoriteiten overgaf.
Dat gebeurde in Ter Apel; vandaar naar Enschedé en daar kwam de heer
Gretsof terecht in een... interneringskamp! Later kwam hij naar Rotterdam
en werkte bij een Comité voor hulp aan ontsnapte Russische krijgsgevan
genen. Het was de bedoeling, dat de heer Gretsof naar Rusland zou terug
keren, maar inmiddels brak in Rusland de revolutie uit, die de terugkeer
onmogelijk maakte.
De heer Gretsof vestigde zich te Rotterdam, trouwde met een Nederlandse
vrouw en werkte als mode-tekenaar. Vervolgens is hij zich op de techniek
gaan toeleggen en door zelfstudie heeft hij de plaats veroverd, die hij
thans inneemt.
Een avontuurlijk leven, bekroond door een zilveren jubileum!
C. J. Maat, in dienst getreden 19 Mei 1930. Dat staat in de personeels
dossier te lezen. Inderdaad trad de heer Maat op die datum in dienst van
de Werf Gusto; hij was toen 17 jaar oud en werd als assistent toegevoegd
aan de heer Sterk. Hij nam toen de plaats in van de heer De Lange, die
naar het Bedrijfsbureau Machinebouw was overgeplaatst. Later heeft de
heer Maat nog onder de heer Venendaal gewerkt. Na verloop van tijd is
hij evenwel zijn voorganger naar het Bedrijfsbureau Machinebouw gevolgd;
74 (0)