I OOIfi IJ
Zaterdagavond, 7 Mei 1955, zaten we met een uitverkochte zaal. We
hadden met gemak nog een paar honderd kaarten kunnen plaatsen, indien
er meer plaatsen waren geweest. Als, ja als
We hadden om 8 uur kunnen beginnen, alsalle leden op tijd waren
gekomen/ Maar er kwamen er nog heel wat te laat en omdat we het
hinderlijke geloop tijdens de voorstelling niet kunnen hebben, moesten we
wel wachten en konden we pas om kwart over acht beginnen. Volgende
keer gaarne op tijd, dames en heren!
Maar toen was alles dan ook dik in orde. Degenen, die achter in de vrij
lange zaal zaten, vreesden al, dat ze niets zouden verstaan, maar de
geluidsinstallatie werkte voortreffelijk. En wie ook voortreffelijk werkten,
dat waren Rens van Dorth en zijn medewerkers (-sters). Van het eerste
ogenblik af zat er vaart in het programma. Vlot en snel komen de nummers
na elkaar en het lachen is niet van de lucht.
Weet U het nog van de H-lijn van Cora Ville? En de twee groepen
straatzangers? En het lied van de degelijkheid? Dan is het in de zaal ineens
weer doodstil bij een gevoelig liedje „Marseille" van Dick Binnendijk. En
weer even later zingt de zaak mee met Cas Oosthoek en Ted Valerio. De
danskunst van Sylvia Sylvestre dwingt bewondering af. Een mooi nummer
van Cora Ville nog met „Hare Majesteit Winter". Daarop volgde „Sym-
phonie in wit". En toentoen was het half twaalf. Voor Rens van
Dorth en zijn gezelschap werd er toen „afgeblazen".
De lof, die het gezelschap door de Voorzitter van de Personeelvereniging
werd toegezwaaid, was ruimschoots verdiend. Dit was de tweede keer, dat
het gezelschap-Rens van Dorth voor onze Personeelvereniging optrad en
van beide avonden hebben we niets dan goed gehoord. Aan Rens van
Dorth werd in verband met zijn toneeljubileum het „jubileumbordje" van
de P.V. aangeboden. Hij was er kennelijk blij mee, „want", zo zeide hij,
84 (0)