overzijde van deze rivier een prachtig panorama, heuvels van veelkleurig
groen en daar tussen goudgele korenvelden en witte gebouwen. Onze
eerste rust van 20 minuten pikten we om 8 uur in Elden, waar we via
Bemmel, Houtakker en Huissen terecht kwamen. Van hier trokken we
naar Eist, waar we de grote rust namen. In deze plaats werden de wan
delaars door een talrijk publiek hartelijk ontvangen en de Luchtmachtkapel
zette zijn beste beentje voor met vrolijke marsmuziek. Op de Markt waren
op de brandkranen leidingen met kranen aangesloten, zodat de wandelaars
zich heerlijk konden verfrissen. Na deze verkwikkingen trokken we verder
op Nijmegen aan. steeds ons weer verwonderend over de schoonheid van
het landschap. Een kilometer of vijf voor het einde kregen we de eerste
moeilijkheden: Jan kreeg last van spierpijn. Tionge, wat zaten we in angst
dat we te laat binnen zouden komen, want de eerste drie dagen is tijd
tijd! Toen we de finish passeerden, hadden we precies nog een minuut
over. Moe, maar voldaan, trokken we naar ons logies, waar drie minuten
vandaan een badhuis was. Hiervan is alle dagen een druk gebruik gemaakt.
Woensdag trokken we Brabant in; ook hier weer veel natuurschoon. Er
heerste een prima stemming; de opmerkingen van de tippelaars onder
elkaar hielden de moed er in. Zo hoorden we iemand opmerken, dat de
vierdaagse een prestatie is van ,,pijn en gijn En zo is het inderdaad.
We draaiden allemaal even soepel, maar steeds in groepsverband lopen is
een onmogelijkheid, zodat we met plukjes bij elkaar liepen, verdeeld over
afstanden van 500 tot 1000 meter. Bij de rust waren we bij elkaar en bij
de controles natuurlijk ook. We genoten volop. Langs het parcours kregen
we steeds verversingen aangeboden; soep, thee en Boldoot deden wonderen.
Teun, die een voetbalknietje heeft, dat hem bij het wandelen echter nooit
last oplevert, ging er doorheen, maar hij beet er zich schitterend door.
Zingende trokken wij Nijmegen binnen. Dirk was op dat moment reeds de
man met de meeste blaren en zijn volhouden was prima! Je hoorde van deze
twee geen klacht, ondanks de pijn.
De derde dag was de zwaarste; we kregen toen onze portie van klimmen
en dalen. Na een vlak begin langs Neder- en Overasselt, Heumen, Cuik en
Piasmolen trokken we de St. Jansberg over; een behoorlijke beklimming
over een zandpad. Verschillende wandelaars hebben hier hun vierdaagse
beëindigd, maar de onzen sloegen er zich prachtig door. Vooral Teun en
Dirk bleken fijne kerels! Teun ging steeds soepeler lopen, nu zijn knie
stevig in een elastieken knieband zat. Na de berg gingen we de zeven
heuvelen-weg over en dat konden de meesten aan hun spieren gewaar
worden. Tijdens de rust bij Groesbeek werd er tenminste heel wat masseer-
olie gebruikt. Niettemin trokken we vrolijk Nijmegen binnen, moe maar
voldaan zoals iedere dag. Natuurliefhebbers hebben hun hart kunnen op
halen. In de morgenuren hadden we ongeveer anderhalf uur regen en dat
gaf hier en daar wel eens een stijf spiertje.
De vierde dag vertrokken we vol goede moed voor de laatste tippel, die
voor een groot deel door Limburgs gebied liep. De vermoeidheid ging nu
een woordje meespreken; dat bleek ook uit de onderlinge afstanden! Bij
Mook, ongeveer 8 km voor het einde, kwamen we bij elkaar om gezamenlijk
deze laatste kilometers te lopen. Jan nam de vlag en daar ging het op de
finish aan; gespannen tot en met. Uitkijkend naar vrouwen en verloofden,
vrienden en kennissen. In ploegverband te lopen viel nu niet mee, want
de groten hadden de lange pas in de benen en de kleinen de korte. Maar
het ging; ongeveer 3 km voor het einde kregen we de eerste bloemen en
een eindje verder de rest. Heel even was de stemming prikkelbaar, wat te
begrijpen was. Teun ging op de laatste 400 meter weer door zijn knie en
(0) 117