door de spanning werd het hem bijna te veel. Maar het ging toch! Deze laatste kilometers, waar de mensen rijen dik langs de weg staan, geven je, als er iets aan mankeert, de moed om door te bijten. Bij de finish aangekomen, was de spanning gebroken; we vielen elkaar om de hals en moesten op de tanden bijten om de reactie op de spanning de baas te blijven. Jongens, het was geweldig! Allemaal voor het eerst en allemaal er door komen; dat is mogelijk geweest door de onderlinge stemming en de kameraadschap. Proficiat, heren! Ik heb nog steeds niets over onze verzorger Kok geschreven. Ik zou daar een apart hoofdstuk aan willen wijden, want wat hij voor ons gedaan heeft, was geweldig. Zoals Kok ons verzorgd heeft, is niet onder woorden te brengen. Steeds stond hij langs de weg klaar met fruit en klontjes. Hadden we onze portie te pakken en waren onze jongens verzorgd, dan maar weer naar voren en opnieuw uitdelen van versterkende middelen. En steeds een bemoedigend woord. Wim, wat jij deed, kan niemand je verbeteren. Waren de tippelaars bij hun logies en namen ze de nodige rust, dan was jij in de weer: een blaartje bij de een en een massage bij de ander. Wat de rust aangaat, heb jij je portie zeker niet gehad! De Wandelsportvereniging hoopt het volgende jaar weer een beroep op je te mogen doen. We kunnen onze dank tegenover jou niet onder woorden brengen. Dat verschillenden van ons, getooid met het Vierdaagse-kruis naar huis zijn gegaan, is ook voor een groot deel aan jou te danken. We rekenen in 1956 weer op je, want we gaan weer! En als we dan nog eens terugdenken aan onze gastheren van deze week: tjonge, wat hadden we het prima. Deze mensen leefden met je mee tot en met. Ze spraken je moed in en ze verzorgden je als eigen kinderen; het was ,,af". Vrijdag, de laatste dag, trokken we meteen naar huis, daar de meesten van ons met vacantie gingen. Om 7 uur kwam de supporters-bus ons afhalen en we reden in één ruk naar Slikkerveer. Tweehonderd meter vóór de fabriek stapten de tippelaars uit de bus en trokken zingend en getooid met bloemen het versierde schaftlokaal binnen, waar de mondorgelband „Anchors Away" ons met vrolijke marsliedjes verwelkomde. Na toespraken van de Voorzitter der Personeelsvereniging en van de zusterverenigingen bleven we nog een poosje gezellig bijeen in de cantine, waar de wandelaars voor hun prestaties nog bloemen aangeboden kregen namens de Directie. De leider sprak namens de wandelaars een dankwoord aan allen, die aan deze ontvangst hadden medegewerkt. Bekijken we de zaak nu nog eens achteraf, dan moeten we het volgende constateren. De training kon er mee door, maar ze had nog wat zwaarder kunnen zijn. Wat de rusten aangaat, hebben we dit jaar veel geleerd. De volgende maal kunnen we zeggen: Daar is de rust; en nu moest er gezocht worden naar de beste plaats om te rusten. Dat zijn dingen, die de volgende maal gemakkelijker te regelen zijn en zo zijn er nog wel enkele dingen meer, die anders en beter hadden gekund. Maar over het geheel zijn we „dik tevreden" met wat er gepresteerd is. Mijne heren wandelaars, nog maals: Proficiaat! Eindig ik dit verslag met namens de W.S.V. „Gusto" onze hartelijke dank uit te spreken voor wat de Directie voor ons deed. Dank ook aan onze verzorger voor al zijn goede hulp en aan de vrouwen en verlóófden en de supporters, die de jongens in de bloemetjes lieten lopen en een morele steun voor de laatste kilometers gaven. „Anchors Away" en Personeels vereniging: dank voor jullie ontvangst in de cantine. We hopen in het volgende Zeskant een foto van onze Vierdaagse-ploeg te kunnen plaatsen. B. BOOMGAARDS. 118 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1955 | | pagina 20