LEEUWEN-TIJGERS GEVECHT LEEUWENWELPEN—TIJGERWELPEN 3—1. Het was een aardig idee om vóór de grote match van het jaar een vóór wedstrijd te laten spelen. En zij begonnen geweldig, dat grut. Het kleine meisje Doolaard werd omver gekegeld en scheidrechter van Veen met „Karel-van-der-Meer-mouwen" moest al dadelijk de zweep er overheen halen. Coachende vaders liepen aanwijzingen te geven. Trotse moeders werden nog trotser. De wedstrijd was zeer kleurrijk. De Hermeskleuren deden het best en de veel-kleurige Robberegtjes zouden een kunstschilder een bewon derende zucht hebben doen slaken. Na een paar minuten had de kleine Richard Hofman de Leeuwen reeds een 10 voorsprong verschaft. Jantje Koenderman schoot mooi in, maar Gerrit Schuytvlot liet zien wat keepen is. De Robberegtjes deden het best en zeker ook Gerard Koelewijn, die veel gevoel voor spelopvatting bleek te hebben (en beleefd is het manneke ook!). Ton Scheefhals, de leeuwenmiddenvoor, stal ieders hart door z'n leuke en vooral goede spel. Aan z'n binnenspelers Rudolf van Alphen en vooral Kees Maat had hij veel steun; een aardig binnentrio. De tijgers speelden stevig, want de halfs Nico de Ruiter en Kees Bode stuwden goed. Toen Koosje Ververs, overigens van de school Ruiterman Paulus, de bal opbracht en aan Freddie van Toorn doorgaf, knalde Fred er op los, had echter de gehele wedstrijd veel pech. Hans Romijn stopte een hard schot van Jan Roozen, de zwerver die overal was. Even later moest hij echter vissen. Jan Koenderman dribbelde door de leeuwentuin heen en de stand was 11. Rust. Na de rust werd een lange ren van Joop Ververs onderbroken door Gerard en hierdoor kreeg Herman van Veen de bal. De korte beentjes dribbelden driftig over het veld en bij Leen Oudenaarde gekomen, raakte hij de bal kwijt. Johnny Kooy ruimde gauw geheel op. Een best stel backs, die leeuwenwelpen. Roel van Iperen gaf mooi door aan Richard Hofman en een mooie lange dribbel volgde. In een niet te stuiten run passeeerde hij de gehele linie van de tijgers. Doelman Hans Romijn stopte echter onvol doende en Richard zette hard door en maakte 21. Bob Heiman ontnam Jan Koenderman de bal, omspeelde handig Kees Bode, gaf mooi door aan Jan Roozen en via de benen van de tijgerdoelman werd het 31 voor de leeuwen. Het was een leuke wedstrijd met aardige momenten. Opstelling: Leeuwenwelpen: Doel; Gerrit Schuytvlot, achter: Leen Oudenaarde en John Kooij, midden: Roel van Iperen, Jan Roozen en Bob Heiman, voor: Richard Hofman, Rudolf van Alphen, Ton Scheefhals, Kees Maat en Joop Ververs. Tijgerwelpen: Doel: Hans Romijn, achter: Tjeerd Robberegt en Gerard Koelewijn, midden: Nico de Ruiter, Wim Robberegt en Kees Bode, voor: Koos Ververs, Hans Juyn, Herman van Veen, Freddi van Toorn en Jan Koenderman. (0) 121

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1955 | | pagina 23