in deinende beweging en
zoekt, telkens wanneer
het deksel wordt ingedrukt,
een uitweg door de zeef
naar boven. Het mengsel
boven op de zeef raakt
hierdoor in heftige opwin
ding en zand plus erts kolkt
woelend door elkaar.
Zodra het deksel weer naar
buiten wordt getrokken,
komt er beneden in de
kamer wat ruimte vrij en
het water boven op de zeef
wordt nu naar beneden ge
zogen. Hierbij zakken de
zware elementen van het
mengsel (dus het erts!) naar beneden, terwijl het veel lichtere zand in het
kolkende water boven de zeef zal blijven hangen en in een waterstroom
opzij weggevoerd kan worden. Op een heel simpele manier kan het erts
uiteindelijk onder uit de kamer verwijderd worden.
Verschillende jigs, die reeds lang tot volle tevredenheid der afnemers in
gebruik zijn, hebben de kwaliteit van dit product der IHC-samenwerking
ondubbelzinnig bewezen. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat wij
onlangs van verschillende zijden het verzoek ontvingen om opnieuw een
offerte te maken. Ons aanbod had tot gevolg, dat wij een paar mooie
orders verkregen, waarbij Werf Gusto en Conrad Stork ieder een zestal
jigs voor hun rekening namen, terwijl het mechanische gedeelte door J. 6
K. Smit geleverd zal worden.
In het April-nummer van ons aller Zeskant heeft U het voorspel van
deze orders kunnen lezen, toen wij U het een en ander over zwarte aarde
en tomatensaus" hebben verteld.
Bij Conrad Stork hebben we het productieproces goed in de gaten gehouden
om de lezers van „Het Zeskant" iets over de totstandkoming van deze
apparatuur te kunnen vertellen.
Bij navraag bleek echter alles zó op rolletjes te zijn verlopen, dat er
eigenlijk niet veel bijzonders te vertellen viel. De tekeningen lagen op tijd
klaar en leverden dus geen enkele vertraging op. Het lassen der kamers
heeft weinig moeilijkheden gegeven, terwijl de mensen uit de machine-
bankwerkerij weinig meer wisten te vertellen dan dat ook daar alles heel
normaal was afgehandeld.
De proefneming is dan ook een groot succes geworden. Zonder noemens
waardig waterverlies bleken de jigs, die toch zo n kleine 5 ton water in hun
binnenste herbergen, precies aan de verwachtingen te voldoen. En toen
wij na afloop met een paar van de bankwerkers en lassers stonden te
praten, verschool zich achter een onverschillig: „Nee, d'r is niks bijzonders
van te zeggen", een gerechtvaardigde trots op een goed stuk werk!
F.
97