een kaartje te bemachtigen. Nu blijkt het verschil met een echt station,
want hier worden de kaartjes gratis uitgereikt, terwijl we die aan de echte
stations altijd hebben moeten betalen! Na de controle gepasseerd te zijn
(we behoefden ons kaartje niets eens te laten knippen!), staan we in het
domein van de N.S. We zien, waar een bestuurder al op moet letten, als
hij op de machine staat, we zien een rangeerheuvel in werking, we zien
de zgn. blokbeveiliging, we zien een locomotief in aanbouw enz. En dan
komen we in de open lucht op het perron. Daar staan de treinen al klaar.
Een restauratiewagen, waar we vlug instappen om een kopje koffie te gaan
drinken, want het is inmiddels ongeveer 11 uur geworden; en dan nog de
spoorbios, waar we maar niet naar binnen zijn gegaan, om tijd te sparen.
We gaan dus verder, d.w.z. tot de overweg. Daar moeten we wachten,
want de bomen zijn juist dicht. Er passeert een trein, zij het een korte! De
bomen gaan open en als we even verder gaan, zien we weer een trein,
ditmaal van de mijnen. Een ondergrondse trein rijdt daar in een grote
kring, tot groot vermaak van de kinderen, die er een ritje mee mogen
maken. In het midden van de kringlijn zien we een bekende: een volledige
schraperinstallatie, vervaardigd door Gusto Mijnbouw! En hoewel er niets
te schrapen valt, werkt de installatie onvermoeid de gehele dag door. Dan
gaan we toch onwillekeurig een beetje rechtop staan; we groeien iets! Hier
is een enorm grote tentoonstelling, die laat zien wat Nederland in de
afgelopen tien jaren tot stand heeft gebracht. Een tentoonstelling, waar
heel de wereld komt kijken. Waarvoor iedereen vol bewondering is. En
daar staat een stuk werk van ónze handen; iets, waar U en ik aan
gewerkt hebben, wordt door duizenden en nog eens duizenden bekeken!
We blijven even staan, want er komt net een groep schooljongens onder
leiding van een onderwijzer aan en we willen eens horen wat er van ons
werk gezegd wordt.
„Meester, wat is dat voor een ding?", vraagt een van de jongens. Meester
kijkt in de catalogus, maar daar wordt hij niet wijzer van, want er staat:
„Een ondergrondse mijntrein rijdt in een ringbaan rond verschillende model
len en werktuigen uit het ondergrondse mijnbedrijf". De Limburgse mijn
werker heeft de vraag echter gehoord en snelt meester te hulp; hij geeft
een uitleg van de schraperinstallatie en naar mijn leke-oordeel doet hij
dat op een voortreffelijke manier. De jongens zijn tevreden gesteld. We
gaan verder, maar nog net horen we een van de jongens roepen: „Jö, kijk
eens, dat ding komt uit Schiedam", 't Is, dat we geen hoed op hebben,
anders hadden we hem even afgezet!
We kijken nog even naar „De Spin", het eerste vliegtuig van Fokker en
verwonderen ons, dat iemand de euvele moed heeft gehad met zo'n machine
de lucht in te gaan. We zouden het voor geen geld ter wereld nadoen!
We zakken in de Ahoy-hal de Rijn af en komen dan bij de Scheeps
bouw terecht. Het is geen stand van grafieken en tabellen; er wordt
gewerkt, echt gewerkt aan het bouwen van schepen en sloepen, door een
leermeester met zijn leerlingen. In het reusachtige bassin ligt een echt schip
in aanbouw. De spanten steken omhoog en de huidplaten moeten nog
worden aangebracht. Het doet vreemd aan, dat de schroefas en de schroef
al op hun plaats zitten, maar dat is om het publiek in de gelegenheid te
stellen, de schroef te laten draaien.
We gaan verder, we dwalen langs alle mogelijke metaalbewerkings
machines, we zien scheepsschroeven in alle maten, we zien het vervaar
digen van kettingen en dan ineens staan we stil. We zijn gekomen bij een
punt, dat niet op ons programma stond: de vakopleiding. Hier zijn de
106 (0)