AANVRAGEN KINDERBIJSLAG
VOOR ttET JAAR 1956
1. Het gaan volgen van onderwijs of een opleiding voor een beroep door
een kind van 16 t/m 26 jaar, waarvoor in het vorige kwartaal geen
kinderbijslag werd genoten.
2. Het ziek of gebrekkig worden van een kind van 16 t/m 20 jaar, waar
voor in het vorige kwartaal geen kinderbijslag werd genoten.
3. Wanneer een of meer der kinderen, voor wie aanspraak op kinder
bijslag kan worden gemaakt, reeds kinderbijslag op grond van een
andere wet of regeling wordt of kan worden ontvangen (b.v. kinder
bijslag op invaliditeits-, ouderdoms- of wezenrente, krachtens een kin
derbijslagregeling van het Rijk, provincie of gemeente, Kindertoelagewet
voor gepensionneerden, Noodwet Kinderbijslag Kleine Zelfstandigen
enz.) of wanneer een dergelijke kinderbijslag niet meer wordt ontvan
gen.
4. Wanneer één der ouders inkomsten uit een andere dienstbetrekking
heeft genoten, waarbij tevens kinderbijslag werd ontvangen of wanneer
dergelijke inkomsten hebben opgehouden te bestaan.
Wanneer zich de onder de punten 1 t/m 4 omschreven gevallen en/of
andere mutaties hebben voorgedaan, moet hiervan, voorzover dit nog niet
gebeurd is, alsnog zo spoedig mogelijk aan de Sociale Afdeling worden
kennis gegeven.
Wanneer achteraf mocht blijken, dat door het niet opgeven van een wijzi
ging of het verstrekken van onjuiste gegevens teveel kinderbijslag werd
genoten, dan zal het teveel betaalde onmiddellijk en in zijn geheel kunnen
worden teruggevorderd.
Werknemers, die voor het jaar 1955 een aanvrage om kinderbijslaglijsten
bij ons hebben ingediend, behoeven voor het jaar 1956 niet opnieuw een
aanvrage om kinderbijslaglijsten in te dienen.
Dit houdt in, dat alleen die werknemers een aanvrage om kinderbijslag
lijsten voor 1956 moeten indienen, die:
a. voor het jaar 1955 elders een aanvraagformulier hebben ingediend;
b. met ingang van 1 Januari 1956 of daarna voor het eerst aanspraak
op kinderbijslag zullen kunnen maken (b.v. door geboorte eerste kind).
Uitsluitend ten behoeve van de onder a en/of b bedoelde werknemers zijn
aanvraagformulieren voor het jaar 1956, met daarbij voor zover nodig
formulieren voor stief- of pleegkinderen, voor kinderen, die schoolgaand
zijn of een opleiding voor een beroep volgen en voor kinderen, die ziek
of gebrekkig zijn, bij ons verkrijgbaar.
De werknemers, die voor 1956 geen aanvraagformulier behoeven in te
dienen, doch voor dat jaar aanspraak maken op kinderbijslag voor:
1. stief- of pleegkinderen;
2. kinderen van 16 t/m 26 jaar, die schoolgaand zijn of een opleiding voor
een beroep volgen;
3. kinderen van 16 t/m 20 jaar, die ziek of gebrekkig zijn,
zullen echter wel speciale op deze kinderen betrekking hebbende formulie
ren moeten indienen. Ook deze formulieren zijn bij ons verkrijgbaar.
(0) 129